Nieuws

Wordt 2023 wel het jaar van de Circulaire Economie?

10-02-2023

Volgens velen moest 2022 het jaar van de Circulaire Economie worden. Het Nationale Programma Circulaire Economie (NPCE) zou volgens de planning van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat gepresenteerd worden en de Europese Commissie zou in december met nieuw circulair beleid komen (herziening van de Packaging and Packaging Waste Directive als onderdeel van het Circular Economy Package).

Alleen de Europese plannen kwam in 2022 naar buiten, maar wel met enige kritiek. Zo hebben belangengroepen van de verpakkingsindustrie zich sterk verzet tegen de lastig te realiseren streefcijfers voor hergebruik, terwijl ngo’s de Commissie ervan beschuldigen dat zij zwicht voor deze eisen en haar voorstel afzwakte. Het Nederlandse Programma liet nog even op zich wachten, maar is vorige week dan toch gepubliceerd. Wordt 2023 dan wel het jaar van de Circulaire Economie?

Het NPCE in het kort

Het Nationaal Programma Circulaire Economie (NPCE) heeft tot doel het primaire grondstoffengebruik van bedrijven en overheid in 2030 met de helft terug te dringen. Een ambitieuze doelstelling wetende dat het aandeel circulaire bedrijven in de Nederlandse economie nu tegen de 7% zit. Hier valt de bekende fietsenmaker of schoenmaker onder, maar ook een textielproducent dat gerecycled textiel gebruikt. Toewerken naar die 50% betekent dat een breder scala aan bedrijven geprikkeld moet worden. Vandaar dat het NPCE verschillende routekaarten neerzet voor productketens: consumptiegoederen, kunststoffen, bouw en de maakindustrie. In juli 2022 werden voor elk van deze ketens al plannen gepresenteerd, die zijn nu opgenomen in het Programma.

De weken voorafgaand aan de oorspronkelijke publicatiedatum verliepen rommelig. In het voorjaar van 2022 riep de Kamer de staatssecretaris op om het programma te publiceren voor het Commissiedebat Circulaire Economie van 2 november 2022, en tot 2 weken daarvoor was het nog onduidelijk of het plan gepresenteerd zou worden. Dit is uiteindelijk, onder druk van belangengroepen en Kamerleden, uitgesteld. Uit meeleesrondes van het conceptprogramma bleek namelijk dat het plan weinig ambitieus bleek, zonder concrete doelen, actielijnen en verantwoordelijken. Aan het Ministerie dus de taak om weer terug naar de tekentafel te gaan om de feedback te verwerken.

Twee weken voor de publicatie presenteerde het Planbureau voor de Leefomgeving hun tweejaarlijkse rapport over de ontwikkeling van een circulaire economie in Nederland, waarin hun zorgen werden geuit over de stagnerende voortgang. Naast dat gebruik van de meeste grondstoffen niet is gedaald, bleek er ook een toename in het verbruik van producten, in plaats van afname. Het PBL is kritisch op het huidige overheidsbeleid en ziet hierin een mismatch met de gestelde doelen. Net als in het vorige rapport roepen ze om meer ‘drang en dwang’. In het NPCE zijn meer beprijzende, normerende en stimulerende maatregelen opgenomen. Veel daarvan moet echter nog worden uitgewerkt.

Twee punten van kritiek

Oorzaken die ervoor zorgen dat het weinig concreet wordt zijn het tekort aan financiële dekking en de interdepartementale spreiding van het plan. In de Miljoenennota is bijvoorbeeld geen structurele financiering opgenomen voor circulaire economie. Ook is het programma niet doorgerekend door het PBL, wat de haalbaarheid van de plannen onzeker maakt.

Als gevolg van de lage financiële dekking, stelt het NPCE weinig concrete plannen. Het spreekt veelal over het ‘verkennen’ en aanvullend over ‘onderzoeken’ van maatregelen, maar van ‘uitvoeren’ komt weinig terug. Verkennen en onderzoeken zijn relatief veilige politieke woorden, omdat er in mindere mate financiële prikkels aan zijn verbonden. De staatssecretaris dekt zich hiermee eigenlijk in: het benoemt een potentiële actie, zonder verantwoordelijkheid ervoor te dragen.

Daarnaast spreekt het stuk over de toevoeging van normerende, beprijzende en stimulerende maatregelen. Waar de eerste categorie meer financiële toewijding vereist van de overheid, heeft de laatste categorie dat in mindere mate. Opvallend is dat de staatssecretaris toch kiest voor voornamelijk stimulerende maatregelen, en de normerende maatregelen vooral opgaan voor Europese richtlijnen. Hiermee pakt Nederland minder de voortrekkersrol die het zo ambieert.

Hoe verder?

De komende maanden staan vooral in het teken van invulling geven aan de actielijnen. Het concretiseren van de doelstellingen, evenals het toevoegen van meer normerende en beprijzende maatregelen is voor nu politiek belegd. Middels moties en toezeggingen kunnen Kamerleden de staatssecretaris oproepen om hardere doelstellingen neer te zetten. Dit is dus een uitgelegen kans voor bedrijven en organisaties om mee te praten hierover én ervaringen te delen over de circulaire toekomst van Nederland.

''Dit is een uitgelegen kans voor bedrijven en organisaties om mee te praten over de circulaire toekomst van Nederland.''

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.