Hoorzittingen met nieuwe bewindspersonen – geslaagd experiment?
Voor het eerst in de Nederlandse parlementaire geschiedenis organiseerde de Tweede Kamer hoorzittingen met beoogde bewindspersonen. Dit initiatief, voortkomend uit een motie van Joost Sneller (D66) die in oktober 2023 door de Kamer werd aangenomen, is volgens de initiatiefnemer bedoeld om de transparantie te verhogen en burgers meer te betrekken bij het formatieproces. Maar hoe werkte dit in de praktijk? En zijn deze hoorzittingen voor herhaling vatbaar?
Nieuw fenomeen
Het idee achter de hoorzittingen was simpel: geef de kandidaat-ministers en staatssecretarissen een podium om zichzelf voor te stellen en laat de Kamerleden hen bevragen. De kandidaten kregen in de betreffende Kamercommissie van hun portefeuille vier minuten om hun beleidsambities toe te lichten, gevolgd door een vragenronde van de Kamerleden. Het doel was de Kamer én de kiezers in het land de kans te geven de kandidaten te evalueren en eventuele twijfels vroegtijdig weg te nemen. De hoorzittingen waren verder sanctieloos – de Kamer kon zich niet formeel uitspreken over kandidaten of hen afwijzen.
De reacties op dit nieuwe fenomeen waren op voorhand al wisselend. Voorstanders juichten de verhoogde transparantie toe en benadrukten het belang dat iedereen in Nederland kan zien wie de toekomstige bewindspersonen zijn en wat hun plannen en motieven zijn. Dit zou bijvoorbeeld kunnen bijdragen aan een toename van vertrouwen in de politiek. Aan de andere kant waren er ook kritische geluiden. Sommige oppositiepartijen, waaronder het CDA, SGP en SP, boycotten de hoorzittingen omdat ze bang waren voor “spektakelpolitiek” in plaats van serieuze evaluaties. De zorgen over het risico op persoonlijke aanvallen en politiek theater waren groot – en bleken niet geheel onterecht.
Gemengde resultaten
De hoorzittingen waren een experiment met gemengde resultaten. Hoewel volgens initiatiefnemer Sneller de transparantie en publieke betrokkenheid rondom het formatieproces hiermee zijn vergroot, waren er duidelijke tekortkomingen in de uitvoering. Zo boden de hoorzittingen weinig ruimte voor een echte dialoog. Dat maakte een echt inhoudelijk gesprek lastig. Bovendien leken sommige vragen van Kamerleden voornamelijk gericht op persoonlijke aanvallen in plaats van inhoudelijke kwesties. Zo was er tijdens de hoorzittingen met Marjolein Faber (kandidaat minister van Asiel en Migratie) en Reinette Klever (kandidaat minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp) voornamelijk aandacht voor omstreden uitspraken in het verleden, en veel minder over het te voeren beleid.
Er waren ook zeker positieve noten. De hoorzittingen boden een unieke kans voor de kandidaten om hun visie en prioriteiten toe te lichten, en voor de Kamerleden én kiezers om de – soms vrij onbekende – nieuwe kabinetsleden te leren kennen. Bovendien kunnen potentiële problemen of zorgen op deze manier vroegtijdig worden gesignaleerd, benoemd en aangepakt. Zo kwam het premier Dick Schoof niet slecht uit dat voorafgaand aan het debat over de regeringsverklaring – waar hij zelf namens het hele kabinet alle vragen dient te beantwoorden – de heetste kolen al uit het vuur waren gehaald tijdens de hoorzittingen met de betreffende bewindspersonen zelf.
Voor herhaling vatbaar?
Kortom, het concept an sich heeft potentieel, maar er is nog genoeg werk aan de winkel. De Kamer heeft al aangekondigd een evaluatie van de hoorzittingen te organiseren, en zal moeten beslissen of deze een blijvend onderdeel van het formatieproces worden. En zo ja, hoe ze verbeterd kunnen worden om hun doel beter te dienen. Als de procedure wordt aangepast om meer ruimte te bieden voor diepgaande en inhoudelijke gesprekken en minder voor persoonlijke aanvallen, hebben deze hoorzittingen in ieder geval meer kans een waardevolle toevoeging te zijn aan het formatieproces.
"Het concept an sich heeft potentieel, maar er is nog genoeg werk aan de winkel."
Public matters