Nieuws

Vijf voor twaalf voor de Europese interne markt

29-04-2024

Vorig jaar vierde de Europese Unie het 30-jarig jubileum van de interne markt, die wordt beschouwd als een van haar grootste successen. De interne markt heeft het dagelijks leven van zowel burgers als bedrijven aanzienlijk vereenvoudigd en heeft sterk bijgedragen aan banen en economische groei in de gehele EU. Deze markt is van vitaal belang geweest voor het bevorderen van vrij verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen. Het heeft niet alleen economische integratie en innovatie bevorderd, maar heeft ook consumentenvoordelen gecreëerd door middel van standaardisatie van regels en het aanwakkeren van concurrentie.

Vandaag de dag staat diezelfde interne markt onder druk, zo erkent ook voorzitter van de Europese Raad, Charles Michel: We hebben dé bron van onze welvaart verwaarloosd. Als gevolg hiervan is de toekomst van de interne markt de komende tijd een prominent onderwerp van gesprek, zowel in Europa als in Nederland.

Enrico Letta pleit voor noodzakelijke hervormingen

Vorig jaar verzocht de Europese Raad Enrico Letta, oud-premier van Italië, een rapport over de toekomst van de interne markt op te stellen. Het is niet geheel toevallig dat juist Letta deze opdracht kreeg, aangezien hij in 1993 aan de basis stond van de introductie van dezelfde interne markt. In zijn rapport concludeert Letta dat dat de omstandigheden waarin de interne markt is ontstaan, zeer verschillen van de wereld waarin we nu leven en toe is en dat, hoewel de EU officieel één interne markt heeft, deze in de praktijk nog te vaak versplintert in 27 nationale markten. Bovendien benadrukt Letta dat Europa snel terrein verliest ten opzichte van Azië en de Verenigde Staten; de verslechterde Europese positie op het economisch wereldtoneel vereist actie.

Letta pleit daarom voor groot onderhoud door onder andere een diepere integratie van de interne markt met uniforme regels, om zo bedrijven en investeerders in staat te stellen gemakkelijker zaken te doen. Dit kan volgens Letta bijvoorbeeld door meer verordeningen te gebruiken in plaats van richtlijnen. Verordeningen zijn regels die in alle EU-landen direct en op dezelfde manier gelden, zonder dat landen zelf kunnen kiezen hoe ze deze toepassen. Richtlijnen daarentegen geven landen meer vrijheid om zelf te bepalen hoe ze de regels precies uitvoeren, wat kan leiden tot verschillen in hoe wetten in elk land worden geïnterpreteerd en toegepast. Deze verschillen kunnen oneerlijke concurrentie veroorzaken en het moeilijker maken voor bedrijven die in meerdere EU-landen actief zijn, omdat ze te maken krijgen met verschillende regels in elk land.

Volgens Letta is het ook belangrijk om de financiële markten binnen Europa beter te integreren, met name door een versterking van de kapitaalmarktunie, waarbij Europees spaargeld zijn weg moet vinden naar Europese investeringen ter financiering van de transities. Dit is essentieel om de grootste uitdagingen voor de Unie aan te pakken: het financieren van de overgang naar een groene en digitale economie. Op dit moment krijgen Europese bedrijven minder privaat kapitaal dan Amerikaanse bedrijven, wat vooral kleine en middelgrote bedrijven belemmert in hun groeiplannen. Omdat elk land zijn eigen regels heeft, ontstaat er verwarring. Letta stelt daarom voor om een Europees vennootschapsmodel te introduceren met uniforme regels. Dit model zou naast de bestaande 27 nationale modellen bestaan, en bedrijven zouden zelf kunnen kiezen om hier gebruik van te maken.

Parralel hieraan wordt deze zomer een ander rapport verwacht over de Europese concurrentiekracht, opgesteld door voormalig ECB-president (en wederom een oud-premier van Italië) Mario Draghi, die waarschijnlijk zal pleiten voor een Europees industriefonds gefinancierd met gemeenschappelijke schulden waarvoor de lidstaten garant staan. Dit plan voor verdere Europese integratie kan echter uitdagend blijken, gezien de opkomst van rechtse en eurosceptische partijen, een trend die ook Nederland niet heeft overgeslagen.

Ook in Den Haag aandacht voor hervorming

Ook Nederlandse politici tonen belangstelling voor de hervorming van de Europese interne markt. Tijdens het debat over de buitengewone Europese Top van 17 en 18 april dat plaatsvond op 16 april benadrukte demissionair premier Rutte de noodzaak om het concurrentievermogen van Europa te versterken. Hij verwacht dat het rapport van Letta hieraan zal bijdragen.

Tijdens een ander debat op 24 april over marktordening en consumentenbescherming werd eveneens aandacht besteed aan de interne markt. Partijen zoals CDA, VVD en D66 vroegen demissionair minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) onder meer naar haar strategie wat betreft territoriale leveringsbeperkingen, handelspraktijken die detail- of groothandelaren verhinderen om zich te bevoorraden bij een leverancier naar keuze in een lidstaat naar keuze. Minister Adriaansens gaf aan dat zij momenteel in samenwerking met de Benelux kijkt naar een mogelijk verbod en met de Benelux en andere lidstaten ook probeert de Europese Commissie zover te krijgen om territoriale leveringsbeperkingen aan te pakken. Tevens werkt het kabinet momenteel aan een position paper op dit gebied ter voorbereiding op de Europese Raad voor Concurrentievermogen eind mei, en is het bezig om ook andere lidstaten rondom dit paper te mobiliseren. De minister is daarom blij dat territoriale leveringsbeperkingen worden genoemd in Letta’s rapport over de interne markt, wat haar naar eigen zeggen “meer munitie geeft”.

Invloed uitoefenen op het toekomstige speelveld in Europa

Na de Europese verkiezingen in juni zal een nieuw Europees Parlement aantreden, dat naar verwachting een verschuiving naar rechts zal tonen. Dat kan een uitdaging vormen voor verdere Europese integratieplannen. Ook zal een nieuwe Europese Commissie beleidsprioriteiten moeten vaststellen, met speciale aandacht voor de interne markt. De keuzes die gemaakt worden zullen bepalend zijn voor het toekomstige speelveld voor consumenten, bedrijven en organisaties in Europa.

Voor stakeholders is het dus belangrijk van zich te laten horen. Verder Europese integratie is bevorderlijk voor het bedrijfsklimaat, maar wordt mogelijk gehinderd door een meer eurosceptisch parlement – zowel op Europees als op verschillende nationale niveaus. Als de EU bovendien daadwerkelijk meer met verordeningen gaat werken, zal dit ook betekenen dat de lobby richting Brussel belangrijker wordt. Lidstaten hebben dan zelf niet of nauwelijks meer ruimte voor eigen interpretatie van de regels.

Ondertussen blijven we in Nederland geduldig wachten op de vorming van een nieuw kabinet. De huidige formerende partijen willen ongetwijfeld hun invloed uitoefenen op dit vraagstuk in hun ‘hoofdlijnenakkoord’. In de tussentijd blijft het huidige demissionaire kabinet aan het onderwerp werken, waaronder een officiële appreciatie van het rapport van Letta, verwacht in mei. Hoe dan ook staat het thema volop in de schijnwerpers. Want één ding is zeker: het is vijf voor twaalf voor de Europese interne markt.

"De toekomst van de interne markt zal de komende tijd prominent op de politieke agenda staan."

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.