Nieuws

Nieuwe integriteitsregels voor ministers en staatssecretarissen – goed nieuws?

06-03-2024

Afgelopen week bracht de Raad van State (RvS) haar advies uit over het wetsvoorstel regels gewezen bewindspersonen, dat medio 2023 door de ministerraad werd goedgekeurd. Het wetsvoorstel beoogt (het risico op) belangenconflicten in de verdere loopbaan van ministers te voorkomen. De timing is gezien de steeds verder leeglopende ministersploeg van het demissionaire kabinet Rutte IV saillant. Maar wat houdt het voorstel eigenlijk precies in – en moeten we er blij mee zijn of niet?

Strengere eisen aan vervolgfuncties van bewindspersonen

De nieuwe wettelijke regels voor bewindspersonen moeten kader geven aan vervolgfuncties en lobbyactiviteiten na afloop van hun ambt. Dit geldt zowel voor zittende ministers en staatssecretarissen als voor oud-bewindspersonen, zogenoemde ‘gewezen’ bewindspersonen. Zo wordt een afkoelperiode ingesteld van twee jaar waarin oud-bewindspersonen verplicht worden om advies te vragen bij een onafhankelijk college of zij een nieuwe, betaalde functie als bestuurder of lobbyist mogen aanvaarden. Het advies is niet bindend maar wordt bij weigering wel openbaar gemaakt.

Daarnaast wordt in het wetsvoorstel voorgesteld een lobbyverbod vast te leggen. Tot november 2021 gold al dat voormalige bewindspersonen twee jaar lang niet mogen lobbyen bij het ministerie waarvoor de betreffende bewindspersoon verantwoordelijk was. Dit is daarna uitgebreid met beleidsterreinen die onder andere ministeries vallen en waarmee de bewindspersoon actieve bemoeienis had tijdens het ambt. Met dit nieuwe wetsvoorstel wordt het lobbyverbod ook wettelijk vastgelegd. Tot slot regelt het voorstel een zogenaamd ‘draaideurverbod’ waarin oud-bewindspersonen gedurende twee jaar niet in dienst mogen treden bij hun voormalige ministerie. Ook mogen zij daar geen betaalde, commerciële opdrachten aannemen.

Kritische kanttekeningen Raad van State

In reactie op het wetsvoorstel van de minister van Binnenlandse Zaken heeft de RvS begrip voor een lobbyverbod en draaideurverbod. Wel heeft zij bedenkingen bij de verplichte adviesplicht voor vervolgfuncties. Gevreesd wordt dat dit leidt tot verdere juridisering en mogelijk contraproductief zal zijn. Het doel is immers dat bewindspersonen zich afvragen of een stap integer en wenselijk is – niet of het volgens de (mazen van) de wet mogelijk is. Mocht de adviesplicht er al komen, adviseert de RvS dat ook de minister-president een duidelijk en openbaar standpunt inneemt op basis van het advies. Dit zou zorgen voor duidelijke ministeriële verantwoordelijkheid en verantwoording aan de Tweede Kamer mogelijk maken.

Ook waarschuwt de RvS voor het perspectief van (kandidaat) bewindspersonen. Het is in het algemeen belang dat steeds weer voldoende geschikte personen, met diverse achtergronden en maatschappelijke ervaring, bereid worden gevonden om minister of staatssecretaris te worden. Daarbij moeten zij ook bereid zijn om de daaraan verbonden risico’s te aanvaarden, zoals voortijdig vertrek. Het is geen geheim dat een kabinetspost om diverse redenen de afgelopen jaren steeds minder populair is geworden. Het is volgens de RvS dus wenselijk ook dat perspectief mee te nemen in de afwegingen voor dergelijk beleid.

En de Tweede Kamer dan?

Hoewel het instellen van striktere regels voor bewindspersonen een zinnige en breed gedragen maatregel is, wordt hiermee slechts een klein deel van het openbaar bestuur gereguleerd. Zo blijven topambtenaren en Kamerleden volledig buiten deze wetgeving, terwijl ook hier de afgelopen jaren de nodige discutabele stappen hebben plaatsgevonden. Zowel van als naar Den Haag – want men lijkt nog weleens te vergeten dat de zo fel bekritiseerde ‘draaideur’ twee kanten op draait.

De Tweede Kamer toont tot dusver echter weinig bereidheid zichzelf te reguleren; waar een motie om voor het huidige kabinet per direct een lobby- en draaideurverbod in te stellen vorige maand door een ruime meerderheid in de Kamer werd aangenomen, werd een motie van de SP om ook voor Kamerleden een afkoelperiode in te stellen medio vorig jaar juist met ruime meerderheid weggestemd. Deze motie zou een interessante aanvulling zijn op het huidige beleid; geldt hier immers ook niet het adagium ‘gelijke monniken gelijke kappen’?

Tot slot

Nu het advies van de RvS gepubliceerd is, zijn de regels voor bewindspersonen gereed om in de Tweede Kamer besproken te worden. In het licht van de eerder geplaatste kanttekeningen worden deze discussies zeer interessant– wellicht zet het de Kamer al dan niet gedwongen ook aan tot reflectie op eigen regulering. Al met al is het goed dat in Den Haag steeds proactieve (het risico op) belangenverstrengeling tegengegaan wordt. Al was het alleen maar voor de beeldvorming en het publieke vertrouwen in de politiek.

"De nieuwe wettelijke regels voor bewindspersonen moeten kader geven aan vervolgfuncties en lobbyactiviteiten na afloop van hun ambt."

Paul Schrama

Senior Account Executive

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.