Nieuws

Krijgen we er binnenkort 100 Tweede Kamerleden bij? Als het aan Volt en ChristenUnie ligt wel

16-11-2023

De lijst met Tweede Kamerleden die hebben aangekondigd niet terug te willen keren in het parlement na aankomende verkiezingen is langer dan ooit. Ook haken ze steeds vaker tussentijds af. De redenen hiervoor variëren, maar over één ding zijn ze het eens: het ambt is zwaar en ondankbaar. In een steeds complexer wordende politieke arena is het vak van volksvertegenwoordiger steeds veeleisender geworden, zo stellen fractievoorzitters Laurens Dassen (Volt) en Mirjam Bikker (ChristenUnie) dan ook vast. Daarom dienden zij onlangs een initiatiefnota in waarmee ze de positie van het parlement willen versterken. Het meest gevoelige punt: de Kamer moet flink uitbreiden, van 150 naar 250 zetels. Een voorstel dat al vaker ter sprake is gekomen, maar nooit een meerderheid vond. Toch lijkt de roep om versterking van de Kamer steeds luider te worden.

Nederland: klein land met nog kleiner parlement

Bij de Grondwetsherziening van 1848 werd bepaald dat er per 45.000 inwoners één Kamerlid werd aangesteld – 68 Kamerleden dus. In 1848 waren er daarom 68 leden en door sterke groei van de bevolking dertig jaar later 86. In 1888 werd het aantal Tweede Kamerleden vastgesteld op 100 en in 1956 werd het huidig aantal van 150 bepaald. Volgens een adviescommissie was de werklast onder Kamerleden te hoog geworden door nieuwe verplichtingen op internationaal niveau, en was er behoefte om de vertegenwoordiging door Kamerleden van burgers te verbeteren.

Bovendien stelde de commissie toen al vast dat Nederland een klein parlement had ten opzichte van andere Europese landen. Tegenwoordig heeft Nederland relatief het kleinste parlement in heel Europa, met één Kamerlid per 118.000 inwoners. Ter vergelijking, Zweden heeft bijvoorbeeld 349 Kamerleden versus 10 miljoen inwoners. Veel landen houden zich aan de zogenaamde wet van de derdemachtswortel, een idee van invloedrijke politicoloog Rein Taagepera waarbij het aantal Kamerleden grofweg de derdemachtswortel van het bevolkingsaantal is. Nederland zou daarmee 259 parlementariërs moeten hebben – ongeveer gelijk aan het voorstel van Volt en ChristenUnie.

Opvallend genoeg is in het verleden niet alleen gesproken over het uitbreiden, maar ook het verkleinen van de Tweede Kamer. Zo werd in 2010 in het regeerakkoord van de VVD en het CDA met gedoogsteun van de PVV gesproken over het terugbrengen van het aantal Kamerleden naar 100 en het aantal Eerste Kamerleden naar 50. Hierop was echter veel kritiek en het voorstel werd dan ook van tafel geveegd.

Van 150 naar 250 Kamerleden – Initiatiefnota ChristenUnie en Volt

In de recente initiatiefnota van ChristenUnie en Volt stellen partijleiders Dassen en Bikker dat het uitbreiden van de Tweede Kamer noodzakelijk is om het instituut van de Tweede Kamer te versterken. Zo is wetgeving complexer geworden door onder andere de toename van internationale verplichtingen. Ook is het ambtelijk apparaat in de loop der jaren gegroeid, zijn er nieuwe ministeries en meer bewindspersonen. Het vierde kabinet-Rutte kent maar liefst twintig bewindspersonen, een record.

In de nota doen ze drie voorstellen. Allereerst dus uitbreiding van de Tweede Kamer van 150 naar 250 zetels, zodat er ‘meer ruimte ontstaat om dieper de inhoud in te duiken, wetten te schrijven en voorbij de waan van de dag te kijken’. Daarnaast pleiten ze voor zogenaamde ‘visiedebatten’ waarin niet gepraat wordt over de laatste nieuwsheadlines, maar over langetermijnbeleidsdoelen. Tot slot stellen ze voor de Kamer vanaf het begin mee te nemen in wetsvoorstellen van het kabinet, door middel van zogenaamde parlementaire wetsverkenning. In andere landen gebeurt dit al en gaat de kwaliteit van wetten erop vooruit volgens Dassen en Bikker.

Uitbreiding, (on)zinnig?

Het is een misvatting te denken dat de uitdagingen waar onze democratie mee te kampen heeft als sneeuw voor de zon verdwijnen als er honderd Kamerleden bij zouden komen. Essentieel is ook dat de Kamerleden die we hebben beter ondersteund worden – denk hierbij niet alleen aan persoonlijk- of beleidsmedewerkers, maar ook aan de wetenschappelijke partijbureaus etc. In Nederland is deze ondersteuning erg summier – zeker in vergelijking met bijvoorbeeld de VS. Het is onwenselijk als Kamerleden voor hun kennis en begrip van steeds complexer wordende dossiers te sterk afhankelijk worden van externe partijen. Bovendien zijn portefeuilles vaak zo breed geworden dat het onmogelijk is voldoende kennis van alle aspecten te hebben.

Maar het aantal Kamerleden is ook een kwestie van representatie. Zo is de bevolking sinds 1956 met bijna 7 miljoen mensen gegroeid, maar het aantal zetels in de Tweede Kamer gelijk gebleven. Tegen de achtergrond van burgers die zich steeds minder gerepresenteerd voelen door Den Haag zou – alleen al voor de beeldvorming – uitbreiding van de Tweede Kamer een logische zet zijn. Een belangrijke volgende stap zou dan overigens wel het instellen van een kiesdrempel zijn om (verdere) versplintering van de Kamer te voorkomen. Bij een kiesdrempel moeten partijen minimaal een bepaald aantal zetels halen om in de Kamer te komen. Dassen en Bikker vinden dit echter onnodig.

Vervolgproces

De laatste peilingen lijken een meerderheid voor het voorstel uit te sluiten. Naast Volt en ChristenUnie zijn in ieder geval D66, SP, GroenLinks-PvdA, Partij voor de Dieren en het CDA (uitgesproken) voorstanders. Partijen als VVD en BBB zien echter niks in het voorstel. Pieter Omtzigt gaf eerder aan voorstander te zijn van uitbreiding, maar zijn nieuwe partij Nieuw Sociaal Contract stelt in het verkiezingsprogramma opvallend genoeg uitbreiding ‘niet de goede oplossing te vinden bij het huidige probleem’. Mocht NSC toch instemmen zou er sprake kunnen zijn van een (minimale) meerderheid in de Tweede Kamer. In de huidige samenstelling van de Eerste Kamer ontbreekt echter ook een meerderheid, voornamelijk door de dominantie van BBB.

Bovendien is voor het uitbreiden van de Tweede Kamer een grondwetswijziging nodig. Dit betekent dat als de Tweede Kamer en Eerste Kamer met het voorstel zouden instemmen, na volgende verkiezingen over een aantal jaar opnieuw beide Kamers moeten instemmen, dit keer zelfs met twee derde meerderheid. Uitbreiding van de Tweede Kamer duurt daarmee minimaal vijf jaar en bovendien is een meerderheid dus twijfelachtig. Wel is er brede steun voor meer ondersteuning voor Kamerleden om de werkdruk te verlagen, onder andere van de VVD. Hoewel dit voorstel van Volt en de ChristenUnie het uiteindelijk dus wellicht niet zal halen, is de groeiende discussie over versterking van het parlement wel een teken aan de wand. Immers; wat in het vat zit, verzuurt niet.

"Tegen de achtergrond van burgers die zich steeds minder gerepresenteerd voelen door Den Haag zou uitbreiding van de Tweede Kamer een logische zet zijn."

Paul Schrama

Senior Account Executive

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.