Nieuws

Het coronavirus – waar heeft de Kamer het over?

16-06-2023

Alhoewel er inmiddels dagen voorbij gaan waarop velen niet meer aan COVID denken, vond gisteren in de Tweede Kamer naar aanleiding van het commissiedebat van 10 mei het tweeminutendebat ’Ontwikkelingen rondom het coronavirus / pandemische paraatheid’ plaats. In deze blog een korte weergave van waar de Kamer zich op dit moment op richt in de politieke discussie over COVID.

De dubbele titel van het debat gaf al een inkijkje in hoe de Kamer op dit moment het coronavirus beleidsmatig benadert: het is logisch om de ontwikkelingen rondom het coronavirus te koppelen aan pandemische paraatheid. Dus van een korte termijn crisisaanpak naar lange termijn beleid. Is dit ook wat we terugzien in de inhoud van de debatten over het coronavirus? De Kamer besprak grofweg vier onderwerpen:

1. De gevolgen van post-COVID / long covid

De meeste Kamerleden uitten gisteren zorgen over langdurige gezondheidsklachten die sommige mensen overhouden aan een besmetting. Hierover is nog veel onduidelijk. Pieter Omtzigt verzocht om in samenspraak met patiënten, artsen en verpleegkundigen tot een breed gedragen definitie van post-COVID te komen. Daarnaast ging het om perspectief: hoe compenseren we zorgmedewerkers die tijdens hun werkzaamheden post-COVID klachten oplopen? Wie hebben er precies recht op compensatie en hoe hoog moet het bedrag zijn? PvdA, GroenLinks en SP dienden hier gezamenlijk meerdere moties over in. Daarbij dienden verschillende partijen moties in om het onderzoek naar en de behandeling van post-Covid te verbeteren.

2. De analyse van de crisisaanpak

De Kamer wil graag lessen trekken uit de crisisaanpak tijdens de uitbraak van het coronavirus. Dit gaat niet alleen om het verbeteren van pandemische paraatheid, maar ook om waarheidsvinding. Op basis van welke informatie zijn toentertijd welke beslissingen genomen? Het ministerie van VWS zegt het grote aantal Woo-verzoeken tot informatie niet aan te kunnen – tot grote ergernis van sommige Kamerleden. Gisteren debatteerde de Kamer ook over het kritische tweede deelrapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid inzake de coronacrisis. Hoe kijkt het kabinet terug op schadelijke neveneffecten van sommige maatregelen zoals het sluiten van scholen en de avondklok? Dit alles voorafgaand aan de nog uit te voeren parlementaire enquête waarvan de Kamer verwacht de commissie voor de zomer in te stellen. En waarbij de start van de verhoren vermoedelijk nog jaren op zich laat wachten.

3. Pandemische paraatheid

Als in de Kamer wordt gesproken over ‘pandemische paraatheid’ dan gaat het vaak over zorgcapaciteit. Ook gaat het over bijvoorbeeld beschikbaarheid van medicijnen en hulpmiddelen ten tijde van een gezondheidscrisis. Tevens komt de versterking van de publieke gezondheid, de GGD’en, ter sprake. Is hiervoor voldoende structurele financiering? In het tweeminutendebat van gisteren keek Kamerlid Judith Tielen (VVD) ook naar de pandemische paraatheid voor andere virussen. In het commissiedebat kwam namelijk surveillance van rioolwater ter sprake. In hoeverre zijn er nog andere signaleringsmogelijkheden? De minister verwees in dit kader naar de rol die het RIVM speelt, waarbij breed wordt gekeken naar ziekten met pandemisch potentieel.

4. Het coronavirus blijft onder ons

Ondertussen hebben we op dit moment te maken met een virus waardoor wekelijks tientallen mensen in het ziekenhuis belanden en waarvan onbekend is hoe dit zich in het najaar gaat ontwikkelen. Op een motie van Nico Drost (ChristenUnie) na – die de regering verzoekt om de huidige adviezen om thuis te blijven bij klachten veel actiever uit de dragen om COVID-infectie te voorkomen – viel op dat Kamerleden op dit moment weinig bezig zijn met de manier waarop mensen (en vooral risicogroepen) op korte termijn beter beschermd kunnen worden. Het lijkt erop dat er op dit moment een gevoel heerst van afdoende veiligheid en bescherming. Uiteraard zitten het RIVM (monitoring) en de Gezondheidsraad ondertussen niet stil. Voor de zomer komt de Gezondheidsraad met een advies over de vraag of een vaccinatiecampagne in het najaar nodig is, voor welke groepen en met welk vaccin.

Tot slot

Met de veranderde epidemiologische situatie is duidelijk dat het zwaartepunt in de debatten over het coronavirus een ontwikkeling heeft doorgemaakt van korte termijn denken naar lange termijn plannen. De onderwerpen die voornamelijk aanbod komen zijn: de aanpak van post-COVID, de analyse van de crisis aanpak en de pandemische paraatheid. Wat staat ons qua informatie over het coronavirus op korte termijn nog te wachten? De Kamer ontvangt voor de zomer de plannen omtrent de structurele investering in GGD’en; in de zomer volgt het Gezondheidsraadadvies over de Vaccinatiestrategie op de middellange termijn; ondertussen is het ministerie van VWS bezig met de inbedding van het coronavaccin in het reguliere vaccinatieprogramma; komt na de zomer de beleidsreactie op het RVS rapport ‘Op onze gezondheid – de noodzaak van een sterkere publieke gezondheidszorg’; en volgt in het derde kwartaal een brief over de vaccinatievoorziening voor volwassenen. De Kamer zal hier de nodige vragen over willen stellen – hoe gaan al deze plannen alleen al landen in de toch al krappe Rijksbegroting? De Kamer raakt voorlopig in ieder geval nog niet over het coronavirus en pandemische paraatheid uitgesproken.

"De Kamer raakt voorlopig in ieder geval nog niet uitgesproken over het coronavirus en pandemische paraatheid"

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.