Nieuws

Bedrijven moeten niet bang zijn om openlijk campagne te voeren voor hun belangen

Opinie

23-08-2023

Waar veel mensen niet rouwig leken te zijn om de val van het Kabinet, is er bij het Nederlandse bedrijfsleven weinig vreugde te bespeuren. Veel directies verwachten dat het sentiment over bedrijven in de Haagse politiek eerder slechter dan beter wordt.

De Nederlandse overheid stond altijd te boek als stabiel en bedrijfsvriendelijk. Maar, als bestuurders van bedrijven in de Tweede Kamer worden uitgenodigd, dan is het vaak om hen publiekelijk de oren te wassen. Het leidt tot veel cynisme bij diezelfde bestuurders en steeds vaker laten zij verstek gaan voor dergelijke uitnodigingen.

De belangen van het bedrijfsleven worden de laatste jaren schouderophalend behandeld. Zie het vertrek van Shell, DSM-Firmenich, Flow Traders, Aegon en de discussie over de inkrimping van Schiphol. Als veel Nederlanders er niet wakker van liggen, waarom zou de Tweede Kamer dat dan wel doen?

Wie er wél wakker van zou moeten liggen is de SER

In een recente column repte SER-voorzitter Putters met geen woord over het verslechterde sentiment over grote bedrijven en hoe belangrijk het is om de dialoog tussen bedrijven en politiek te verbeteren. Want als beiden elkaar cynisch of schouderophalend behandelen, dan verliest ook de SER zijn functie en kunnen we het poldermodel opdoeken.

Veel bedrijven verwachten dat ze hun belangen via brancheverenigingen en bij polderinstituten zoals de SER kunnen behartigen. Het werd vaak gezien als ‘lobbyen via de achterkamers’. Maar die achterkamers worden steeds transparanter. Niet voor niets riep premier Rutte bestuurders op om ook aan te schuiven in talkshows en daar hun kant van het verhaal te vertellen. Maar weinigen hebben daar sindsdien gehoor aan gegeven.

Bestuurders van grote bedrijven moeten een assertievere houding aannemen in het publieke debat, willen zij hun belangen effectief behartigen. Dat betekent dus zichtbaar campagne voeren en richting het grote publiek laten zien waar je voor staat. In de VS is het al langer gebruikelijk dat bedrijven via advertenties en spotjes oproepen doen aan de politiek. In Nederland zijn bedrijven daar terughoudend in. Ten onrechte, want het verschil tussen publieke opinie en de opinievorming in de Tweede Kamer wordt steeds kleiner door onder andere de profileringsdrang en de beperkte tijd van veel Kamerleden. Ook vakbonden en milieuorganisaties hebben dit begrepen. Steeds vaker voeren zij campagne via de publieke opinie. Neem het voorbeeld van de televisiespotjes en social mediacampagne van Milieudefensie tegen Tata Steel.

De achterkamer wordt steeds transparanter en daarmee wordt ook het debat verplaatst naar de publieke arena.

Veel bestuurders baseren hun terughoudende opstelling op het sentiment in de media en de vaak kritische berichtgeving. Maar dat beeld is niet compleet, want bedrijven hebben een groter vertrouwen onder het publiek dan op basis van de krantenkoppen lijkt. Uit jaarlijks onderzoek door Edelman blijkt dat ‘het bedrijfsleven’ vergeleken met overheid en NGO’s veel vertrouwen geniet onder het publiek. Er ligt dus een kans voor bedrijven om zich veel meer uit te spreken over maatschappelijke vraagstukken. Dus, bedrijven laat zien waar je voor staat en voer campagne voor je belangen.

"Bestuurders van grote bedrijven moeten een assertievere houding aannemen in het publieke debat, willen zij hun belangen effectief behartigen."

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.