Nieuws

De staat van de public affairs professie

04-08-2016

Lobbyisten vertrouwd?!

Inleiding uit de publicatie ‘Informatie en Invloed in de Tweede Kamer – Onderzoek onder Kamerleden naar toegang tot informatie’.

In 2007 gaf zo’n 56% van de leden van de Tweede Kamer aan voldoende tot veel vertrouwen in lobbyisten te hebben. Dat bleek uit het door Public Matters uitgevoerde onderzoek “Lobbyisten vertrouwd?!”.

Dit onderzoek had tot doel het vertrouwen te inventariseren dat Tweede Kamerleden op dat moment in lobbyisten hadden. Uit het onderzoek bleek ook dat lobbyisten, in vergelijking met andere bronnen van informatie, relatief het minst vertrouwd werden door de Kamerleden die respondeerden. Deze publicatie die voor u ligt, borduurt voort op hetgeen in 2007 werd onderzocht. Het heeft als doel inzicht te verkrijgen in de informatie-uitwisseling tussen Tweede Kamerleden en belangenbehartigers. Bijna 10 jaar na het eerste onderzoek is er veel gebeurd onder de kaasstolp en daarbuiten. Deze met elkaar samenhangende ontwikkelingen die zich zowel aan de vraag- als aanbodzijde van informatie voordeden, hadden impact op de wijze waarop de public affairs (pa) professional zijn/haar beroep uitoefent.

Haagse omgeving

De eerste ontwikkeling betrof de Haagse omgeving. Hierin werd bijvoorbeeld geëxperimenteerd met een minderheidskabinet in de Senaat. Ook werden ingrijpende beleidswijzigingen doorgevoerd en werden bestuurlijke verantwoordelijkheden verlegd middels decentralisaties. Daarnaast was er een hoog ambtelijk- en politiek verloop en heeft een toenemende versnippering van het politieke landschap plaatsgevonden. Illustratief: de Tweede Kamer telt op dit moment zestien fracties. Tenslotte leidde een toename van de wisselwerking tussen media en beleid tot een korter cyclische agendavorming.

Professie verandering

In de tweede plaats veranderde ook de public affairs professie: zo nam de effectiviteit van ‘old school’ lobbyen – gedreven door wie je kent in plaats van wie je bent of wat je vindt – verder af. En de nieuwe generatie professionals liet zich inspireren door het gebruik van nieuwe instrumenten. Of bestaande instrumenten met een nieuwe toepassing. Van grass roots lobbyen tot het inzetten van (sociale) media tot stakeholder management. Het belang om je te onderscheiden in de beleidsarena werd groter dan ooit als gevolg van een toenemende concurrentie om aandacht bij besluitvormers. Zo kent de public affairs beroepsvereniging inmiddels al meer dan 600 leden, allen meer of minder actief als belangenbehartiger. De veranderingen in en om het vak leidden tot een toegenomen professionalisering. En het aanjagen en faciliteren van deze professionalisering was precies de reden voor mij om in 1999 een beroepsvereniging voor pa-professionals op te richten.

Toegenomen interesse

De toegenomen interesse in het public affairs-vak kan als derde ontwikkeling worden genoemd. Die interesse komt van meerdere kanten. Bijvoorbeeld vanuit de media. Journalisten houden de beroepsgroep een kritische spiegel voor waar iedere zich ontwikkelende professie zijn voordeel mee kan doen. Daarnaast nam ook de interesse van de beleidsmakers zelf toe. Zo pleitte een aantal politici bijvoorbeeld voor meer regulering van de sector, de introductie van een lobbyparagraaf en vormen van registratie. Dit alles is ingegeven door de roep om meer transparantie. En hoewel deze roep hier en daar wat modieus lijkt te zijn en niet alleen gehoord wordt in de public affairs sector, is het een vraag waar de professie oor en aandacht voor moet hebben. De toegenomen interesse in het vak merken wij ook door een toename van verzoeken voor interviews, het verzorgen van inleidingen over het vak of het leveren van bijdragen aan onderwijsprogramma´s.Kortom, veel redenen om in 2016 te kijken naar de staat van de public affairs professie. En daarbij vanuit een geactualiseerd en wetenschappelijk perspectief voort te borduren op het onderzoek van 2007. Het resultaat van deze ambitie is te vinden in deze publicatie. De Universiteit Leiden heeft dit onderzoek onafhankelijk uitgevoerd zonder vergoeding van Public Matters. Vanuit onze public affairs professionaliteit en betrokkenheid hebben wij vanuit Public Matters een bijdrage geleverd aan de diverse onderzoeksfasen. Onder andere bij het meedenken over de vraagstelling, het aanleveren van contactgegevens van de bevraagde Tweede Kamerleden, evenals bij de verificatie van de resultaten onder oud-Kamerleden en public affairs professionals. En natuurlijk bij de presentatie van het onderzoek tijdens het Lobbyseminar 2016 op 23 juni in de Glazen Zaal in Den Haag. Aan deze bijeenkomst leverden onder andere een bijdrage: Henk Kamp (minister van Economische Zaken), Cees van Riel (hoogleraar Corporate Communication RSM/ Erasmus Universiteit Rotterdam), Sharon Gesthuizen (SP-Kamerlid), Jeroen de Veth (manager Collectieve Belangenbehartiging EVO) en Eline Huisman (freelance journalist o.a. Volkskrant/ auteur reeks Lobbyland). Deze initiatieven passen bij onze verantwoordelijkheid om een actieve bijdrage te leveren aan de discussie over ons vak. En daarover de dialoog aan te gaan met een ieder die daarin belangstelling heeft: van politici tot ambtenaren, cliënten en medewerkers, van studenten tot media. En anderen die daarin interesse hebben.
Dit onderzoek biedt een aantal nieuwe en verrassende inzichten. Ik nodig u dan ook van harte uit de resultaten van het onderzoek tot u te nemen. Deze inzichten zijn verkregen en geduid onder deskundigheid en redactie van Caelesta Braun, als universitair hoofddocent verbonden aan de Universiteit Leiden. Het onderzoek geeft niet alleen praktische inzichten in wat parlementariërs van een public affairs professional verwachten. Het biedt eveneens een mooie opstap om te reflecteren op de veranderingen van de professie in den brede. Want dat ons vak de komende jaren verder verandert, staat als een paal boven water.
Een aantal van de hier eerder beschreven ontwikkelingen blijven daarbij een rol spelen. Daarnaast kunnen een aantal trends worden gesignaleerd waar de public affairs professional van de toekomst zich rekenschap van moet geven. Ik noem er drie.

  • In de eerste plaats lijkt het politieke- en ambtelijke besluitvormingsproces nog ondoorgrondelijker en hier en daar zelfs grilliger te worden. Niet alleen in politiek Den Haag, maar ook door de toenemende verwevenheid met besluitvormingsprocessen op decentraal niveau (gemeentelijk en provinciaal) en internationaal niveau. Deze wereld lijkt vanuit een buitenstaandersperspectief saai en stroperig, maar eronder bruist en verandert het volop. Als je het verschil wilt maken als belangenbehartiger moet je daarop meer dan ooit kunnen anticiperen. Bijvoorbeeld met de Tweede Kamerverkiezingen en een nieuw Kabinet in aantocht. Niet voor niets kregen wij meer dan ooit verzoeken voor ondersteuning in deze momenten van politieke verandering. Voorts leidt een toenemende “uber-isatie” tot werk voor de pa-professional. Hierbij doen innovatieve marktontwikkelingen snel en kort-cyclisch hun intrede en is het een uitdaging dit te matchen met lang-cyclische trajecten van wetgeving en besluitvorming.
  • Ten tweede blijft ook de scope van het public affairs vak dynamisch. Zo moeten we nog meer “breed & diep” zijn – of we nu als in-huis of als pa-adviseur werken. Breed door meer input van aanpalende disciplines te betrekken (waaronder legal, organisatie, communicatie en financiën), en diep door meer sector specifiek en inhoudelijk te kunnen opereren. Dat is anders dan 10 jaar geleden toen we “alleen maar” besluitvormingsprocedures en relevante actoren hoefden te kennen. Terwijl nu de procedures complexer worden en de netwerken groter. Interdisciplinariteit is een kernwoord en tegelijkertijd een valkuil: het legt de grenzen bloot van ons kunnen en van onze competenties. Enige “lobby-lenigheid” wordt ook van ons verwacht bij de wijze waarop wij met informatie omgaan. Informatie wordt meer en meer eencommodity, en is het aan de public affairs professional om waarde toe te voegen door dit te duiden en strategisch te adviseren hoe ermee om te gaan. Bovendien betekent professionaliteit ook de ontwikkeling van nieuwe technieken. Van bijvoorbeeld nudging tot het lenen van (andere) beïnvloedingstechnieken uit de sociale psychologie.
  • De derde trend is dat de discussie over lobby-transparantie verder uitkristalliseert. Een proactieve bijdrage van de beroepsgroep zelf past daarbij. Dat betreft een sector-brede verplichting, maar ook een verantwoordelijkheid van de individuele beroepsbeoefenaar. De parlementaire aandacht voor ons vak is niet voor niets in de periode sinds 1996 meer dan verviervoudigd. En die aandacht neemt verder toe.

Wilt u over deze trends en praktische duiding van het onderzoek van gedachten wisselen? Wij nodigen u daartoe graag uit (info@publicmatters.nl). Deze publicatie markeert tevens het 15-jarig bestaan van Public Matters. Ik dank onze cliënten voor hun vertrouwen en loyaliteit van de afgelopen jaren in het PM-team en onze dienstverlening. Met vertrouwen en genoegen kijk ik naar de jaren die komen gaan. En koester de continuïteit van ons vak: het was, is en blijft mensenwerk waar vertrouwen in elkaar en het democratische systeem de ingrediënten vormen van onze licence to operate.

Peter JG van Keulen, oprichter / directeur Public Matters

De publicatie waarin deze inleiding is verschenen is op te vragen via info@publicmatters.nl

Peter van Keulen

Senior Partner / Oprichter

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.