Opinie

Politieke invloed is niet te koop

16-11-2020

Volgens Marietje Schaake krijgt “lobbygeld” meer impact in het stemhokje (NRC, 13 november 2020). Deze stelling onderbouwt ze met een Amerikaans voorbeeld van de bedrijven Uber en Lyft die in Californië veel geld besteedden aan een campagne om de uitkomst van een referendum naar hun hand te zetten. Ook noemt Schaake de toenemende uitgaven van “big tech” aan lobby in de EU. Twee voorbeelden die volgens haar leiden tot de conclusie: iedere dollar of euro extra besteed aan politieke lobby, is recht evenredig aan een vergroting van invloed. In de dagelijkse praktijk zie ik al vele jaren dat deze conclusie simpelweg niet klopt. Want hoe logisch het ook lijkt, het beeld is gebaseerd op een onderschatting van de kiezer, de beleidsmaker en de impact van media.

Om dit aan te tonen moet je ten eerste vaststellen dat een campagne voor een maatschappelijk issue iets heel anders is dan een reclame voor een wasmiddel. Bij de een richt je je op een activatie van handelen (“koop mij”), bij de ander tot beïnvloeding van een mening (“steun mij”). Dergelijke boodschappen leiden ieder tot een andere verwerking in het menselijke brein – iets wat gedragswetenschappers al jaren geleden aantoonden.

Ten tweede speelt de impact van (social) media bij politieke beïnvloeding een cruciale rol. Als kranten, TV en online media aandacht besteden aan een issue, dan stuurt dat de opinie- en beleidsvorming. Denk aan maatschappelijke organisaties die met relatief weinig financiële middelen een hoog mediabereik realiseren. Daarmee genereren ze impact en tegenmacht. Tegen dergelijke beïnvloeding kan geen gekochte reclame op.

Het klassieke voorbeeld in deze context is dat van een wereldwijd opererend oliebedrijf dat jaren geleden een opgebruikt productieplatform wilde laten afzinken in zee. Een maatschappelijke organisatie verzette zich daar heftig tegen. En hoewel onderzoek en cijfers lieten zien dat afzinken in zee de meest milieuvriendelijke optie was – wat later ook door de betreffende NGO werd toegegeven – moest het bedrijf onder grote maatschappelijke en politieke druk haar plannen wijzigen.

Dit praktijkbewijs, dat geld en politieke invloed los staan van elkaar, werd afgelopen zomer ook wetenschappelijk bevestigd. Onderzoekers Frederik Stevens (universiteit Antwerpen) en Iskander De Bruycker (universiteit Maastricht) toonden aan dat rijke lobbyorganisaties wel meer invloed hebben op beleid, maar dat dit “concurrentievoordeel” teniet wordt gedaan zodra kwesties meer media-aandacht genereren. Door deze media-aandacht zijn lobbyende organisaties krachtiger dan organisaties die veel geld hebben. Dit maakt de democratie van hoor en wederhoor zo sterk. En maakt dat geld een ondergeschikte rol speelt bij de beïnvloeding van beleid.

Gemakshalve wordt er in het artikel van Schaake uitgegaan dat alleen bedrijven lobbyen. Niets is minder waar. Feit is wel dat hoe hoger de regeldichtheid is, hoe hoger de lobbydichtheid is. In gereguleerde sectoren van bijvoorbeeld de zorg, pensioenen en energie, zie je dat al vele jaren met de lobbyactiviteit van zowel commerciële als niet-commerciële organisaties. Van patiëntenorganisatie tot pensioenuitvoerder, en van milieuorganisatie tot netbeheerder. In de tech sector is die regeldichtheid de afgelopen jaren ook sterk toegenomen. Met als logisch en voorspelbaar gevolg: meer lobby van zowel bedrijven en maatschappelijke organisaties. Het mooie is dat die belangenbehartiging keurig geregistreerd wordt – in Brussel en in de VS – en we dus exact weten wie wat wanneer en waar aan uitgeeft.

Tot slot. Schaake maakt haar argumentatie dat je met lobbygeld invloed koopt, in feite ook zelf al onschadelijk: Bloomberg die met een miljard dollar op zak geen president werd. Maar ook de Democratische partij in de VS die met een ruimer gevulde campagnekas het presidentschap niet gemakkelijker binnenhaalde. Conclusie: geld kan misschien helpen een onderwerp te agenderen, maar is geen enkele garantie voor beïnvloedingssucces. Daar zorgt de beleidsmaker, kiezer of media wel voor. Gelukkig wel.

Foto door Pixabay via Pexels

Peter van Keulen

Senior Partner / Oprichter

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.