Niemand lobbyt in kabinetsformaties voor de burger
Na verkiezingen stijgen de lasten voor de burger en dalen die voor bedrijven, terwijl altijd precies het omgekeerde wordt beloofd.
Zo luidt een van de bevindingen uit het onderzoek dat Wimar Bolhuis deed naar de input en output van verkiezingen en formatieprocessen in Nederland sinds 1986.
Bolhuis promoveert donderdag op zijn proefschrift ‘Van woord tot akkoord’, waarin hij ontleedt wat er terecht komt van de verkiezingsbeloftes van de partijen die uiteindelijk een coalitie vormen. Zijn conclusie: voor 70% doen nieuwe coalities wel wat ze hebben beloofd maar vooral bij de lastenverdeling smokkelen ze.
De lasten op arbeid stijgen gemiddeld €3,3 mrd meer dan beloofd en kapitaal, winst en milieuvervuiling worden gemiddeld juist lager belast dan in de verkiezingsprogramma’s staat. ‘Mensen die zeggen dat beloofde lastenverlichting niet wordt waargemaakt, hebben een punt’, zegt Bolhuis, nu plaatsvervangend directeur sociale zaken bij de SER. Dat geldt ook voor kabinetten met de PvdA, de partij waarvoor hij lange tijd fractiemedewerker was.
Beloftes gewogen
Bolhuis, afgestudeerd psycholoog, bestuurskundige en econoom, nam de verkiezingsbeloftes zoals ze zijn doorgerekend door het Centraal Planbureau. Hij woog ze voor het gewicht van de deelnemende coalitiepartij. Het verschil tussen wat de kiezer had mogen verwachten en wat hij krijgt is volgens Bolhuis de politieke prijs van de formatie-onderhandelingen. Daarin valt de optelsom van concessies altijd hoger uit dan het gewogen gemiddelde van de beloftes.
De eerste stelling van zijn proefschrift luidt dan ook dat collectieve uitgaven en lasten in Nederland door de noodzaak om draagvlak te creëren ‘altijd’ blijven stijgen. ‘Elke regering gaat voor hogere uitgaven, hogere lasten en voor herverdeling’, zegt Bolhuis.
‘De uitgaven voor sociale zekerheid, zorg, ontwikkelingssamenwerking, openbaar bestuur, en milieu komen in de regel hoger uit dan de formerende partijen van tevoren zeggen te willen’, zegt Bolhuis. Opvallend: de uitgaven voor onderwijs komen meestal láger uit dan beloofd. Het regeerakkoord Rutte III is daarop de uitzondering.
Middeninkomens betalen
De rekening voor de hogere uitgaven komt consequent op het bord van particuliere huishoudens, sinds 2006 nog meer dan daarvoor. Daarbinnen zijn het de middeninkomens en de hogere inkomens die betalen. Uitkeringsgerechtigden komen er volgens Bolhuis altijd beter uit dan beloofd.
De formerende partijen draaien ook aan andere knoppen die een regeerakkoord mogelijk maken, maar tegelijkertijd afbreuk doen aan verkiezingsbeloftes. Zo komen de gemiddelde economische groei en begrotingssaldo lager uit en de werkloosheid hoger dan het gemiddelde van de verkiezingsbeloften.
Bolhuis zegt dat er in het proces van verkiezingsbeloftes meerdere ‘black boxes’ zitten die hij niet heeft onderzocht. Dat begint al met het verkiezingsprogramma zelf, dat in alle vrijheid en zonder last of ruggespraak met het CPB wordt vastgesteld door partijcongressen.
Ambtelijke mal
‘Je ziet dat partijen steeds minder financieel economische inhoud in hun programma’s stoppen omdat ze anders in problemen komen bij het CPB’
‘Daarna gaat het de ambtelijke mal in. Dat is superinteressant. Er zit heel veel licht tussen wat de leden vaststellen, zonder financiële bijlage, en wat er na de doorrekening overblijft. Je ziet dat partijen steeds minder financieel economische inhoud in hun programma’s stoppen omdat ze anders in problemen komen bij het CPB.’
Het rekenwerk van het planbureau vormt volgens Bolhuis ‘de disciplinering van de politieke rationaliteit door de ambtelijke rationaliteit’. Hij heeft de verschillen zelf niet onderzocht. ‘Het is heel lastig om alle verkiezingsprogramma naast de uitkomst van de doorrekening te leggen’.
De tweede black box is de formatie zelf. Hoe kan het dat de lastendruk voor bedrijven telkens weer lager uitvalt dan de kiezer is voorgespiegeld om de doorrekening rond te krijgen en stemmen te trekken? ‘Daar zit lobbymacht tussen’, veronderstelt Bolhuis.
Ambtenaren goed af
Bolhuis vindt het ook opvallend dat de uitgaven voor ontwikkelingssamenwerking en milieu – beide zware lobbydomeinen in Den Haag – altijd hoger uitvallen dan in de verkiezingsprogramma’s staat. Ambtenaren komen er ook goed vanaf in formaties. De uitgaven voor openbaar bestuur gaan zelfs nog omhoog als alle partijen beloven daarop te bezuinigen, zoals de coalitiepartners in Rutte III.
Bolhuis: ‘De vraag die ik in mijn conclusies stel is dan ook: wie lobbyt er voor de burger, de middenklasse die uiteindelijk altijd met hogere lasten te maken krijgt? Krijgt die burger wat hij wil in de dynamiek die na de verkiezingen ontstaat? Dat is iets waar je met elkaar over kunt nadenken.’
Door: Ulko Jonker, Het Financieele Dagblad 10-10-2018
Bron: https://fd.nl/economie-politiek/1273468/niemand-lobbyt-in-kabinetsformaties-voor-de-burger
Public matters