Opinie

Europees mededingingsbeleid op de schop?!

03-12-2019

Belemmert Europees beleid bedrijven de kans te concurreren op het hoogste niveau?

De discussie rondom het hervormen van het Europese mededingingsbeleid speelt al geruime tijd, maar kende dit jaar een aantal bijzondere ontwikkelingen. In februari presenteerde de Duitse minister van Economische Zaken, Peter Altmaier (Christendemocraten/CDU), de Nationale Industriestrategie 2030 waarmee hij het debat nieuw leven inblies. Het rapport benadrukt dat Europese fusies noodzakelijk zijn om als Europese Unie een rol van betekenis te spelen op de wereldmarkt. Te vaak worden fusies tegengehouden als gevolg van Europese wetgeving, zo concludeert het rapport. Recente voorbeelden hiervan zijn de beoogde fusies tussen het Duitse Siemens en het Franse Alstom (februari dit jaar) en die tussen staalproducenten ThyssenKrupp en Tata Steel in juni. De Europese Commissie blokkeerde beide fusies om zo een monopolistische markt te voorkomen. Dit leidde tot stevige kritiek van Duitsland en Frankrijk; er zou sprake zijn van een kapitale fout die indruist tegen de Europese economische belangen. Op deze wijze zou Europa te veel focussen op de interne markt en te weinig oog hebben voor de wereldmarkt waar Amerikaanse en vooral Chinese bedrijven met steun van hun overheden steeds nadrukkelijker domineren.

De roep om herijking van het Europese mededingingsbeleid werd kracht bijgezet toen Frankrijk, Polen en Duitsland in juli dit jaar een gezamenlijke visie presenteerden genaamd ‘Modernising EU competition policy’. De Franse minister voor Economie, Bruno Le Maire (progressief liberalen/LREM), gaf aan dat dit voorstel als doel heeft het gesprek tussen lidstaten en de Europese Commissie aangaande het mededingingsbeleid verder aan te wakkeren. De boodschap is consistent met het Duitse rapport uit februari: Europese fusies zijn noodzakelijk om als Europese Unie op het hoogste niveau mee te doen op de wereldmarkt. Le Maire zei hierover dat aanpassingen in het mededingingsbeleid van cruciaal belang zijn om Europese bedrijven te kunnen laten groeien tot wereldspelers en te kunnen concurreren met bedrijven uit China en de VS. De gepresenteerde visie benadrukt dat de Europese Commissie het aspect ‘concurrentie op mondiaal niveau’ in ogenschouw zou moeten nemen waarbij in het bijzonder aandacht moet zijn voor zowel de lange termijn marktvooruitzichten als de toekomstige kracht van concurrenten uit derde landen.

DG COMP weet van geen wijken

De verantwoordelijke afdeling binnen de Europese Commissie is het Directoraat-generaal Concurrentie (DG COMP), met aan het roer de Deense Eurocommissaris Margrethe Vestager (Liberalen/RENEW), die sinds 2014 deze post bekleedt. Waar haar voorganger, de Spanjaard Joaquín Almunia (Sociaal Democraten/S&D), in overleg trad met Google over zijn dominante marktpositie, startte Vestager direct na haar aantreden verschillende onderzoeken die resulteerden in boetes van een tot dan toe ongekende hoogte (waaronder de hoogste Europese boete ooit: 4,34 miljard euro voor Google, wegens misbruik van zijn dominante marktpositie). In een interview met tv-zender FOX liet de Amerikaanse President Donald Trump geagiteerd weten dat er “een vrouw in de EU” is die het onmogelijk maakt om zaken te doen.

Ook onder de nieuwe Commissie van voorzitter Ursula von der Leyen (Christendemocraten/CDU) blijft Vestager verantwoordelijk voor het Europese mededingingsbeleid. Daarnaast is ze benoemd tot vicepresident waarbij ze verantwoordelijk is voor Europa’s Digitale Strategie. In deze rol gaat zij een digitale industriepolitiek ontwikkelen die de Europese achterstand op Amerikaanse en Chinese tech-bedrijven ongedaan maakt. Tijdens een hoorzitting in het Europese Parlement op 8 oktober pleitte Vestager voor een Europa dat gelooft in eigen kracht: “Sommigen zeggen China heeft alle data, Amerika heeft al het geld, maar in Europa hebben we een doel.” Wat dit doel precies behelst, en hoe hier naartoe gewerkt wordt, zal onder de nieuwe Commissie duidelijk worden. In ieder geval gaf Vestager aan dat in haar nieuwe 5-jarige termijn prioriteit wordt gegeven aan het vernieuwen van het internationale belastingsysteem en het beteugelen van dominante bedrijven. Welke rol hierin is weggelegd voor ‘Europese reuzen’ is vooralsnog onduidelijk.

Vaart de nieuwe Europese Commissie een nieuwe koers?

Wellicht zal onder de nieuwe commissie een andere trend zichtbaar worden waarin meer wordt ingezet op het creëren van Europese bedrijven van wereldformaat. Volgens Vestager kijken Europese bedrijven nu al liever naar Europese dan naar Amerikaanse partners als het gaat om digitale diensten, en zijn het vooral consumenten die deze stap nog niet gezet hebben. Op verzoek van de Europese Raad, presenteert de Europese Commissie eind dit jaar een gedetailleerde langetermijnvisie 2030 met daarin de toekomst van de EU’s industriële toekomst en visie op wereldwijde concurrentie. Hieruit zal blijken in hoeverre gehoor wordt gegeven aan de adviezen van Duitsland, Frankrijk en Polen en of er daadwerkelijk sprake zal zijn van een nieuwe koers.

Een belangrijke vraag voor de komende periode zal zijn of de dubbele portfolio van Vestager, waarin zij enerzijds verantwoordelijk is voor mededingingsbeleid en anderzijds voor het promoten van Europees leiderschap op het gebied van technologie, niet zal conflicteren. Tijdens de hoorzitting van het Europees Parlement vroeg de Nederlandse Europarlementariër Paul Tang (PvdA/S&D) of Vestager bereid is grote (tech-) bedrijven op te splitsen. Hierop antwoordde ze dat het haar taak is om met de minst ingrijpende maatregelen eerlijke concurrentie te bewerkstellingen, het opbreken van grote bedrijven is in dat perspectief een zware maatregel is en daarmee een laatste redmiddel.

Diepgewortelde regelgeving

Ondanks dat Nederland relatief laat was met de invoering van de Mededingingswet in 1997 waarmee nationale regels werden afgestemd op Europese, is het nu voor de meeste ondernemingen duidelijk dat er geen enkele sector meer aan ontsnapt. De bevoegdheden van het Europese DG Concurrentie zijn daarnaast de laatste jaren sterk toegenomen op het gebied van verboden op kartelvorming, verbieden van machtsmisbruik en controle op staatssteun aan bedrijven.

Op het gebied van staatssteun heeft de Europese Commissie bijvoorbeeld een diepgaand onderzoek geopend naar de fiscale behandeling van Nike in Nederland. Hieruit moet blijken of de fiscale rulings die Nederland aan Nike heeft verleend, de onderneming een oneerlijk voordeel hebben bezorgd ten opzichte van haar concurrenten. Hier aan ten grondslag ligt het principe dat lidstaten niet mogen toestaan dat ondernemingen met complexe structuren hun belastbare winsten op onrechtmatige wijze verlagen. Het definitieve besluit over deze case wordt halverwege 2020 verwacht. Ondanks dat er een aantal cases loopt waarbij Nederland betrokken is, laat het jaarlijkse Staatsteun Scoreboard van de Europese Commissie zien dat Nederland veel minder staatssteun verleent dan de meeste lidstaten. De eerdergenoemde kritiek van lidstaten als Frankrijk en Duitsland richt zich op het gegeven dat Europese regels over staatssteun niet gelijk staan aan die van China en de Verenigde Staten waardoor bedrijven uit deze landen de markt gemakkelijker kunnen domineren.

De komende maanden zal blijken in hoeverre de roep om verandering van het Europese mededingingsbeleid is gehoord en wat dit voor bedrijven betekent. Wij adviseren bedrijven over hoe hier het beste mee om te gaan, waarbij het ook van belang is dat er zo veel mogelijk duidelijkheid is over toekomstig beleid.

Vaart de nieuwe Europese Commissie een nieuwe koers?

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.