Opinie

Denken op hoofdlijnen in het zorgdebat

15-04-2022

Met een begroting van 93 miljard euro blijft de zorg, na de sociale zekerheid, de grootste uitgavenpost van de Nederlandse staatskas. Daarmee is de door Rutte IV voorgenomen rem op de groei van de zorguitgaven één van de grootste uitdagingen voor de komende jaren. De grote lijnen uitgezet in het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ geven een inkijkje in de denkrichtingen van het kabinet. De concrete uitwerking laat echter op zich wachten, terwijl de tijd om aan de slag te gaan steeds beperkter wordt. En juist die nadere uitwerking van plannen is op dit moment zo belangrijk gezien de omvang van de uitdaging in de zorg.

Aangezien de hoofdlijnen op papier staan, zou men verwachten dat de Kamer het kabinet snel in actie zou willen zien. Toch lukt het de Kamer nog niet het kabinet in beweging te krijgen: de nadere uitwerking van de plannen uit het coalitieakkoord wordt alsmaar vooruitgeschoven. Door lang te blijven hangen in hoofdlijnen lijkt het kabinet weg te willen blijven van de ‘hoe-vraag’. De Kamer laat zich op het moment dan ook makkelijk meeslepen in dit “denken op hooflijnen” – en dat zien we terug in drie fenomenen: 1) agenderen wordt belangrijker dan uitwerken (de agenda is het debat geworden), 2) het voeren van verzameldebatten, en 3) het voeren van debatten & sturen van brieven en rapporten op hoofdlijnen. Ondanks dit alles liggen er kansen voor de Kamer en zorgorganisaties om met het kabinet te werken aan concrete uitwerking. Maar alleen als ze zich weten te onttrekken aan het denken op hoofdlijnen.

1. De agenda wordt het debat

Op dinsdag 8 maart debatteerde de Tweede Kamer met de drie VWS-bewindspersonen Kuipers, Helder en Van Ooijen over het zorghoofdstuk van het coalitieakkoord ‘Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’. Uit dit debat, en het afgelopen politieke jaar, is duidelijk geworden welke onderwerpen de politieke agenda domineren en weerklank vinden binnen de ambtelijke top. Denk hierbij aan Passende Zorg en preventie. Echter, veel dieper dan het bepalen van de politieke agenda lijkt men nog niet te zijn gekomen – terwijl de verkiezingen daartoe al bijna een jaar geleden plaatsvonden. De haalbaarheid van de uitwerking van het coalitieakkoord hangt samen met de tijd die daarvoor staat. De voortslepende onderhandelingen resulteerden in veel uit- en afstel van beleidskeuzes, waardoor er nu een flinke inhaalklus wacht. Een valse start voor het kabinet die verder wordt bemoeilijkt door de zichtbare verharding van het politieke debat, wat op zijn beurt voor veel afleiding zorgt. En dankzij deze polarisatie behoort alleen overeenstemming op hoofdlijnen nog tot de mogelijkheden.

2. Verzameldebatten

Traditioneel is de Kamercommissie met uitstek het forum om de bredere beleidsvoornemens van een kabinet op concrete uitwerking te bevragen. Momenteel zien we echter (niet alleen bij de commissie VWS) steeds vaker dat debatten worden samengevoegd in zogeheten verzameldebatten. Dit geldt bijvoorbeeld voor onderwerpen als Dementiezorg, Langer Thuis, Palliatieve zorg, PGB, Wijkverpleging en Wmo. Waar deze eerder dikwijls afzonderlijk van elkaar besproken werden, worden deze nu samengevoegd tot één “monsterdebat” van ruim 5 uur. Of neem het geplande debat over “Acute Zorg / Eerstelijnszorg / Bloedvoorziening / Medisch zorglandschap / Medisch specialistische zorg / Mondzorg / Zwangerschap en geboorte.” We zien vergelijkbare verzameldebatten ontstaan bij andere Kamercommissies. Dit gaat ten koste van de kwaliteit van het debat, omdat de beperkte spreektijd Kamerleden dwingt selectief te zijn in welke onderwerpen zij inbrengen. Hierdoor ontbreekt de tijd en aandacht om over uitwerking en uitvoering te spreken, en blijft het bij hoofdlijnen vanuit VWS, en “talking points” vanuit de Kamer. Tijd om op meer detailniveau de plannen van het kabinet te bespreken is er niet meer.

3. Debatten en brieven op hoofdlijnen

Het op 8 maart gevoerde commissiedebat op hoofdlijnen is een proeve van welke beleidsvoornemens kunnen rekenen op steun vanuit de Kamer (en met name oppositie), en waar de prioriteiten liggen. Ondanks de historische versplintering in de Kamer (19, en “bijna 20” fracties) weten zorgwoordvoerders van links tot rechts elkaar nog steeds te vinden op hoog-over thema’s als belang van preventie, inzet op innovatie en hervorming van het arbeidsmarktbeleid in de zorg. Dit vindt weerklank bij het Kabinet – ook zij hebben dergelijke thema’s op de agenda staan. Die hoofdlijnen stonden echter al uit in de zogenaamde Contourennota ‘Zorg voor de Toekomst’ uit december 2020. De uitwerking en invulling daarvan laat nog steeds op zich wachten. Datzelfde geldt ook voor de opvolging van drie zorgadviezen uit 2021 (o.a. van de Ad hoc Commissie Arbeidsmarkt Zorg). Tijdens het recente gesprek tussen Mariëtte Hamer (SER) en de vaste Kamercommissie VWS over dit onderwerp riep ook Hamer de Kamer en kabinet op werk te maken van al die aanbevelingen. Concrete plannen voor de uitvoering ontbreken vooralsnog: het coalitieakkoord en recente debat bestrijken slechts de hoofdlijnen, waarvan de uitwerking pas aan bod zal komen in een Najaarsbrief – ook op hoofdlijnen.

Wat betekent dit voor zorgorganisaties en hun contacten met de politiek? Hoewel de politieke agenda op dit moment overloopt, biedt de zoektocht naar concretisering ook kansen. Bijvoorbeeld in het aandragen van concrete voorstellen voor uitwerking van plannen die organisaties zelf op de agenda hebben weten te krijgen rond de verkiezingen en formatie: nu is het moment van verzilvering van die successen. Ten tweede bieden de veranderende prioriteiten op het VWS-terrein in de latere fase van de Coronapandemie in sommige gevallen gelegenheid om het gesprek met Kamer of op ambtelijk niveau weer op te pakken. En als het debat niet meer de plek is voor de concretiseringsslag – waar zit dit dan wel? Onderzoek nieuwe routes en verbindingen tussen veld, politiek en departement om niet alleen de agenda, maar juist de uitwerking te bespreken.

Deze constateringen beperken zich niet alleen tot het VWS-beleidsterrein. Maar dankzij het beleidsintensieve karakter van het zorgdomein worden deze ontwikkelingen sneller zichtbaar. Mogelijk zijn de komende periode de handen van de VWS-woordvoerders meer vrij om met de uitwerking aan de slag te gaan, gezien de aandacht van de Kamer verschuift van Corona naar momenteel meer acute crises. Bovendien heeft Rutte’s zorgploeg een flink aantal jaren praktijkervaring met de uitwerking en uitvoering van zorgbeleid op zak – ervaring die goed van pas kan komen bij uitwerking en implementatie. Kortom: er liggen kansen voor de Kamer om met het kabinet te werken aan concrete uitwerking. Maar alleen als ze zich weet te onttrekken aan het denken op hoofdlijnen.

"Onderzoek nieuwe routes en verbindingen tussen veld, politiek en departement om niet alleen de agenda, maar juist de uitwerking te bespreken."

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.