Nieuws

De uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) is here to stay

31-10-2023

Recent publiceerde staatssecretaris Heijnen (IenW) een brief met ambitieuze onderzoeksrichtingen voor het verbeteren van de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV). Reden voor onze collega’s Wimer Heemskerk en Machteld van Weede om de groeiende rol van de UPV in Nederland eens onder de loep te nemen.

Steeds vaker wordt gegrepen naar het middel van de UPV om de samenleving om te vormen tot een meer circulaire economie. Zo zijn er UPV’s voor o.a. verpakkingen, textiel, batterijen en autobanden. UPV’s voor medicijnresten, schoenen en luiers zijn in de maak. Het idee van de UPV is simpel: producenten zijn zelf verantwoordelijk voor de levensloop van hun product. Blijft er bij jouw product afval over na gebruik (bijvoorbeeld verpakkingen of niet meer bruikbare delen van het product zelf) dan ben je als producent verantwoordelijk voor de inzameling en verwerking daarvan. In ieder geval financieel, en vaak ook organisatorisch. Zo stellen sommige UPV’s ook eisen aan het aandeel van het afval dat in nieuwe producten moet worden verwerkt – in andere woorden: hoeveel er moet worden gerecycled.

Stichtingen: een nieuwe ‘laag’ tussen overheid en producenten

Het is natuurlijk niet doenlijk om elk individueel bedrijf zelf haar restproducten in te laten zamelen en te verwerken. In de meeste gevallen wordt dit dan ook via een samenwerkingsorganisatie gedaan. Soms, wanneer de overheid vindt dat zo’n samenwerking noodzakelijk is, kan ze deze tot Algemeen verbindend verklaren (Avv). Dat betekent dat alle producenten die met dat afvalproduct te maken hebben verplicht moeten bijdragen aan deze stichting.

De Avv’s bevinden zich in een unieke positie binnen het maatschappelijk middenveld, omdat ze zowel door het bedrijfsleven als door de overheid worden gezien als een verlengstuk van de andere partij, waardoor ze vaak onder kritiek staan en moeilijk aan ieders verwachtingen kunnen voldoen.

De UPV op losse schroeven

In de Kamer klinkt die kritiek op de UPV dan ook luidkeels. Zo vinden partijen op links dat door te kiezen voor het middel van de UPV de minister de grip op het circulair maken van Nederland uit handen geeft. Zij zien liever dat de Rijksoverheid de regie op het afvalbeleid weer in handen neemt. Aan de zijde van het bedrijfsleven klinkt juist dat Nederlandse bedrijven té veel verantwoordelijkheid in de schoenen wordt geschoven, terwijl zij vaak al een groeiende administratielast ervaren.

Anderen vinden de UPV juist niet ver genoeg gaan. Hoe zit het bijvoorbeeld met buitenlandse (afval)ketens? Verschillende NGO’s pleiten ervoor om de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid te vervangen door een ‘Ultieme Producenten Verantwoordelijkheid’, een verantwoordelijkheid voor niet alleen de binnenlandse, maar ook de gehele buitenlandse keten. Voor nu toekomstmuziek, maar de eerste voorstellen om bedrijven te verplichten hun buitenlandse afvalketen in kaart te brengen en hierover te verantwoorden liggen op tafel in het Europees Parlement.

Ook zorgt de onduidelijke verdeling van verantwoordelijkheden regelmatig voor schuring: gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de afvalinzameling, producenten moeten ervoor betalen en het ministerie moet het wel of niet halen van haar doelstellingen verantwoorden aan Europa en de Tweede Kamer. Het was voor VVD Kamerlid Erik Haverkort reden om er tijdens het Commissiedebat Circulaire Economie ertoe op te roepen de gehele keten (inclusief inzameling) onder de verantwoordelijkheid van de producenten te brengen.

Keuzes voor het volgende kabinet

De Kamerbrief van staatssecretaris Heijnen die recent werd gepubliceerd schetst de wensen voor de doorontwikkeling van de UPV. In het kort: meer financiële prikkels inbouwen voor hergebruik, reparatie en ‘preventie van afval’, een verbreding van de UPV naar het afval dat buiten de ‘reguliere’ afvalstromen terechtkomt en meer Rijksregie op de inzameling van het afval door gemeenten en de daaruit voorkomende werkafspraken tussen gemeenten en producenten. Voor nu blijft het bij onderzoeksrichtingen. Ook de posities in de Kamer blijven voor nu abstract. Het zal aan een volgend kabinet zijn om knopen door te hakken en ook dan zal het nog jaren duren voor de UPV haar ‘definitieve’ vorm heeft bereikt.

We kunnen de komende jaren méér UPV’s verwachtten. De ambities – zowel van Europa als van Nederland – op het gebied van circulariteit zijn immers hoog. En de politieke wens om te verduurzamen en minder afhankelijk te zijn van landen buiten Europa zal voorlopig niet verdwijnen.

"We kunnen de komende jaren méér UPV’s verwachtten."

Wimer Heemskerk

Senior Account Executive

Machteld van Weede

Senior Consultant

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.