Lokaal

Zero-emissiezones: gemeentes aan zet

27-06-2025

Terwijl veel politieke aandacht nu uitgaat naar de landelijke verkiezingen, bereiden gemeentes zich achter de schermen al volop voor op de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2026. Een belangrijk thema dat daarbij steeds meer op de voorgrond treedt, is de verduurzaming van mobiliteit. De invoering van zero-emissiezones (ZEZ’s) is hierin een van de meest in het oog springende instrumenten.

Een ZEZ is een gebied waar op termijn uitsluitend uitstootvrije bestelauto’s en vrachtwagens zijn toegestaan. Het idee kreeg in 2014 een eerste vorm in de Green Deal Zero Emission Stadslogistiek, waarin overheden, bedrijven en kennisinstellingen afspraken maakten om stedelijke logistiek efficiënter en schoner te maken. Tot 2020 lag de focus vooral op lokale pilots, logistieke hubs en het opdoen van praktijkervaring. Inmiddels is het uitgegroeid tot een structureel traject waarin gemeentes zelf veel ruimte hebben gekregen om beleid vorm te geven.

Niet elke stad is verplicht een ZEZ in te voeren, maar het Rijk wil in 2025 tussen de 30 en 40 zones gerealiseerd hebben. Blijft dat aantal achter, dan kan vanaf 2026 alsnog een landelijke verplichting volgen, met invoering uiterlijk in 2030. Inmiddels hebben zestien gemeentes een zone ingevoerd en volgen er binnenkort meer. Voor ondernemers is in veel gevallen een boetevrije overgangsperiode ingesteld en gelden uitzonderingen of uitstel voor bepaalde voertuigen, zoals emissieklasse 6-bestelauto’s. Toch zorgt de invoering bij veel bedrijven voor vragen over investeringen, planning en dagelijkse bedrijfsvoering.

Lokale en nationale politiek met elkaar verweven

De ZEZ’s illustreren goed hoe lokaal en nationaal beleid steeds meer met elkaar verknoopt raken. Aan de ene kant sluiten de zones naadloos aan op het Klimaatakkoord en de doelstelling om in 2050 klimaatneutraal te zijn. Aan de andere kant ontstaan spanningen wanneer lokale ambities en nationale afwegingen uiteenlopen.

Zo wilde voormalig staatssecretaris Chris Jansen (PVV) in 2024 het invoeringsmoment uitstellen tot 2029, mede vanwege zorgen over hoge aanschafkosten, beperkte laadinfrastructuur en de impact op kleine ondernemers. Uiteindelijk bleef het beleid grotendeels ongewijzigd, omdat veel gemeentes vasthielden aan gemaakte afspraken. Zij waren jaren bezig geweest met voorbereidingen en vonden uitstel onrechtvaardig tegenover bedrijven die al geïnvesteerd hadden.

Deze dynamiek laat zien hoe politieke keuzes op verschillende niveaus invloed hebben op de uitvoering én op ondernemers. Het benadrukt bovendien hoe belangrijk het is dat gemeenten hun beleid goed onderbouwen en tijdig communiceren, zodat betrokken partijen zich kunnen voorbereiden op wat komen gaat.

Economische en maatschappelijke kansen en uitdagingen

De invoering van ZEZ’s brengt een breed scala aan kansen en uitdagingen met zich mee, niet alleen voor ondernemers, maar voor hele steden en regio’s. Voor bedrijven kunnen ZEZ’s een stimulans zijn om te investeren in nieuwe voertuigen, innovatieve logistiek en duurzame verdienmodellen. Zij profiteren op termijn van lagere operationele kosten, fiscale voordelen en een voorsprong in een markt die steeds meer op duurzaamheid stuurt.

Tegelijkertijd legt de overgang grote druk op de fysieke en economische infrastructuur. Veel gemeenten staan voor de vraag hoe voldoende laadplekken gerealiseerd kunnen worden in vaak schaarse openbare ruimte. De toenemende vraag naar elektriciteit leidt tot netcongestie in verschillende regio’s, waardoor uitbreidingen soms stagneren. Ook speelt de uitdaging hoe ruimtelijke ordening, verkeersstromen en parkeerbeleid moeten worden aangepast om uitstootvrij vervoer daadwerkelijk mogelijk en werkbaar te maken.

Voor ondernemers, gemeenten en inwoners vraagt dit om nauwe samenwerking, scherpe keuzes en duidelijke communicatie over wat haalbaar is op korte termijn, en wat pas later gerealiseerd kan worden. Een succesvolle invoering hangt niet alleen af van investeringsbereidheid, maar ook van de mate waarin overheden en netbeheerders knelpunten rond capaciteit en infrastructuur weten op te lossen. Juist die samenloop van economische haalbaarheid, technische uitvoering en maatschappelijke impact maakt ZEZ’s tot een onderwerp dat lokale politiek en praktijk nauw met elkaar verbindt.

Wat staat er op het spel bij de gemeenteraadsverkiezingen?

De gemeenteraadsverkiezingen van 2026 zullen in hoge mate bepalen hoe ZEZ’s de komende jaren worden vormgegeven. Gemeentes beslissen niet alleen of en wanneer een ZEZ wordt ingevoerd, maar bepalen ook de omvang, het tempo en de voorwaarden. Lokale verkiezingsprogramma’s geven daarbij een eerste inkijk in de ambities per partij: worden ZEZ’s versneld uitgerold, beperkt tot kleinere gebieden, of juist opgeschort totdat ondernemers beter zijn voorbereid?

Het is de vraag of alle gemeenten de komende jaren de landelijke doelstellingen blijven volgen, of dat politieke keuzes lokaal tot een ander tempo leiden. Voor ondernemers en organisaties is het daarom belangrijk inzicht te krijgen in hoe politieke partijen zich positioneren. Zo zijn progressieve partijen, zoals GroenLinks en D66, vaak voorstanders van snelle invoering en extra investeringen in laadinfrastructuur. Partijen als de VVD en verschillende lokale lijsten leggen juist meer nadruk op economische haalbaarheid, soepele overgangstermijnen en het voorkomen van onnodige lasten voor kleinere bedrijven.

Die verschillen hebben directe gevolgen voor praktische zaken: hoe streng wordt straks gehandhaafd, welke vrijstellingen gelden er, hoeveel tijd krijgen ondernemers om zich aan te passen? Ook speelt mee of ZEZ’s worden opgenomen als prioriteit in de nieuwe coalitieakkoorden. Wie de verkiezingsprogramma’s goed volgt, ziet tijdig welke richting een gemeente op wil en waar ruimte is om knelpunten bespreekbaar te maken.

Duidelijk is dat ZEZ’s geen vanzelfsprekendheid zijn: hun toekomst hangt sterk af van lokale politieke keuzes en de mate waarin gemeenten landelijke ambities willen volgen. Voor bedrijven en brancheorganisaties is dit hét moment om kennis op te bouwen, scenario’s in kaart te brengen en te bepalen op welke plekken invloed kan worden uitgeoefend. Zo blijft de invoering van ZEZ’s niet alleen een opgave, maar ook een kans om samen te werken aan een werkbare, duurzame toekomst.

"De toekomst van zero-emissiezones wordt lokaal bepaald: politieke keuzes in de gemeenteraad zijn bepalend voor tempo, vorm en draagvlak. Na de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2026 bepalen nieuwe colleges hoe ambitieus dat beleid wordt."