Blog

Politieke discussie over private equity in de zorg: wat brengt de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdzorginstellingen?

11-02-2025

Eind januari stuurde minister Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) de Wet integere bedrijfsvoering zorg- en jeugdzorginstellingen (Wibz) naar de Tweede Kamer. Met dit wetsvoorstel wil de minister onder meer strengere eisen stellen aan de financiële bedrijfsvoering van zorgaanbieders en het nemen van onverantwoorde financiële risico’s beperken. Dit moet ertoe leiden dat zorggeld binnen de sector blijft. Ook beoogt het de mogelijke negatieve gevolgen van private equity in de zorg – waar de afgelopen jaren veel discussie over is geweest – het hoofd te bieden. In deze blog analyseren onze collega’s Door van Leeuwen Boomkamp en Daan de Haas de inhoud van het wetsvoorstel en de mogelijke gevolgen ervan voor private equity in de zorg.

“Zorgaanbieders die puur uit zijn op winst, horen niet thuis in de sector.”

Zo klonk de reactie van oud-minister Kuipers (VWS) op de groeiende aandacht voor de rol van private equity in de zorg. Nadat De Groene Amsterdammer in 2023 de verdienmodellen van private investeerders onder de aandacht bracht, stelde SP-Kamerlid Hijink kritische Kamervragen aan zijn adres. In 2024 hield het faillissement van de commerciële huisartsenketen Co-Med – hoewel niet gefinancierd door private equity deze politieke discussie gaande. In 2024 nam de Kamer meerdere moties aan voor een totaalverbod op private equity in de zorg.

Oud-minister Helder (VWS) bleef echter tegen zon verbod, al kondigde ze in 2024 enkele maatregelen aan. Opvallend genoeg volgt minister Agema (VWS) deze lijn, ondanks dat ze als Kamerlid fel tegen private equity in de zorg was. In haar nieuwe rol erkent ze ook de voordelen, zoals het gezamenlijk inkopen van apparatuur voor diagnostiek. Bovendien bleek een totaalverbod juridisch onhaalbaar. Dat leverde haar tijdens de VWS-begrotingsbehandeling voor 2025 een debat op met PVV-Kamerlid René Claassen, die juist wél een verbod eist. Minister Agema verwees naar het aankomende wetsvoorstel en legde de bal bij de Kamer: hoe ver wil de Kamer gaan in het reguleren van private equity in de zorg?

Twee van de vijf maatregelen in de Wibz richten zich op het beperken van mogelijke negatieve effecten van private equity in de zorg. De wet scherpt het bestaande verbod op winstuitkering aan en stelt nieuwe voorwaarden voor uitkeringen die wel zijn toegestaan. Daarnaast wordt vastgelegd dat zorgaanbieders geen onverantwoorde financiële risico’s mogen nemen bij het aantrekken of terugbetalen van vermogen.

Winstverbod: strengere voorwaarden en grotere reikwijdte

Het wetsvoorstel Wibz zorgt ervoor dat winstuitkeringen in de zorg beperkt worden, met name in de intramurale zorg zoals ziekenhuizen, ggz en langdurige zorg. Het verbod op winstuitkeringen wordt verplaatst van de Wet toelating zorginstellingen (WTZi) naar de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), waardoor alle regels rondom zorgtarieven op één plek terechtkomen. Hierdoor kunnen zorgaanbieders niet langer indirect winst uitkeren via bijvoorbeeld te hoge vergoedingen voor leningen of diensten.

Daarnaast wordt het begrip winstuitkering verbreed, zodat het nu ook excessieve betalingen voor diensten, goodwill en inkoop van eigen aandelen omvat. Zorginstellingen kunnen echter nog steeds winst in de vorm van giften aan andere non-profit zorgaanbieders overdragen. Het kabinet onderzoekt ook de mogelijkheid om het verbod uit te breiden naar onderaannemers, wat een grotere impact zou hebben.

Risicobeheersing met een open einde

Ten tweede verbiedt de Wibz om onverantwoorde risico’s te nemen bij het aantrekken of terugbetalen van eigen of vreemd vermogen. Het idee is simpel: risico’s die voorzienbaar zijn en de continuïteit van de zorg of de kwaliteit ervan bedreigen, zijn verboden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het afsluiten van hoge leningen zonder rekening te houden met een mogelijke omzetdaling. Zorgaanbieders worden geacht een risicoanalyse te maken. Opvallend genoeg worden er in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel geen concrete eisen gesteld aan hoe die analyse onderbouwd moet worden. Jaarrekeningen en besluitvormingsdocumenten zouden voldoende moeten zijn. Hierdoor kan de vraag ontstaan: hoe effectief is deze maatregel in de praktijk?

Verdere beperking door de Kamer?

De voorgestelde maatregelen kunnen verder worden aangescherpt, wat investeringen door private equity mogelijk minder aantrekkelijk of zelfs onmogelijk maakt. Doordat de Wibz nu nog geen concrete eisen stelt aan de onderbouwing van de verplichte risicoanalyse, kan de Kamer dit wellicht verduidelijken. Minister Agema heeft toegezegd dat de Tweede Kamer bepaalt hoe ver dit gaat, maar de juridische haalbaarheid van een totaalverbod blijft een cruciale factor. Eind vorig jaar beloofde Agema een brief over de juridische en financiële implicaties, waar de Kamer nog op wacht.

Het wetsvoorstel en de Kamerreactie daarop kunnen de coalitieverhoudingen op scherp zetten. De PVV is uitgesproken voor een totaalverbod, terwijl de VVD tegen is en BBB en NSC zich steeds meer bij de VVD aansluiten. Op papier is er een meerderheid vóór een verbod, maar of die standhoudt bij een concreet voorstel, blijft onzeker.

Tot slot

Het komende jaar zal uitwijzen of de politieke wil om door te bijten aanwezig is, en of de juridische obstakels overwonnen kunnen worden. Public Matters ondersteunt verschillende organisaties met het analyseren van de impact en het (her)positioneren ten opzichte van de Wibz, en de bredere maatschappelijke discussie rondom financiering van de zorg. Nu het wetsvoorstel ter bespreking in de Tweede Kamer ligt, ontstaan talloze mogelijkheden voor organisaties om hun stem te laten horen. Gezien de urgentie van dit onderwerp en de uitdagingen waar de zorg voor staat, wordt verwacht dat veel organisaties hun weg naar de Kamer zullen weten te vinden.

"Op papier is er een meerderheid vóór een verbod, maar of die standhoudt bij een concreet voorstel, blijft onzeker."

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.