Nieuws

Ds. Ron van der Spoel lobbyt voor de Vervolgde Kerk in Brussel

06-02-2017

Interview met Dominee Ron van der Spoel, lobbyist in het Europees Parlement en de Europese Commissie

Dominee Ron van der Spoel uit Amersfoort werkt sinds 1 januari twee dagen per week als lobbyist voor Open Doors in Brussel en Straatsburg. Binnen het Europees Parlement en de Europese Commissie pleit hij voor de Vervolgde Kerk in het Midden-Oosten. “Ik ben in deze eerste maand echt verrast, in positieve zin.”

Ds. Ron van der Spoel (1968), al jarenlang ambassadeur van Open Doors, voorziet leden van het Europees Parlement en de Europese Commissie van actuele informatie over vervolgde christenen in het Midden-Oosten, in de hoop dat zij druk gaan uitoefenen op regeringen. Specifiek vraagt hij aandacht – en geld – voor christenen in Syrië en Irak.

Hoe vind je het, tot nu toe?
“Vooral heel verrassend! Bijvoorbeeld als het gaat om de toegankelijkheid van de parlementsleden. Ze willen graag praten als ik vertel dat ik me inzet voor christenen in Syrië en Irak.”

Wat is jouw specifieke opdracht als lobbyist?
“Lobbyen klinkt zo plat; eigenlijk is het advocacy, pleitbezorging. Mijn specifieke opdracht is aandacht vragen voor de positie en het herstel van de kerken in Syrië en Irak na de oorlog. Ze zijn bijna allemaal uit de samenleving verdwenen. Hoe kunnen wij ze een veilige en betekenisvolle plek teruggeven? En hoe kunnen we ze een rol geven in het hele vredesproces? Ik probeer de stem van deze kerken te zijn in het Brusselse, en in Straatsburg.”

Zoek je alleen christelijke parlementsleden op?
“Nee, ook niet-christenen. De Europese Unie is namelijk heel nauw betrokken bij Syrië en Irak. Niet met wapens, maar met hulpgoederen en fondsen. Het EU-geld gaat nu naar grote organisaties, met eigen bureaus en juristen om fondsen aan te vragen. Ik probeer een deel van het geld te reserveren voor kleine organisaties en voor kerken die heel concrete hulp verlenen in Syrië en Irak. Zij zijn niet in staat om zelf zo’n ingewikkelde procedure van fondswerving in de EU te volgen.”

Je bent nu een maand bezig. Maakt het echt verschil dat jij in Brussel bent?
“Jazeker. Heel belangrijk is bijvoorbeeld dat ik informatie ‘vanaf de grond’ kan verstrekken aan parlementariërs. Open Doors heeft dagelijks contact met voorgangers in Syrië en Irak. De meest actuele informatie geef ik door, zodat parlementsleden die weer kunnen gebruiken in hun debatten en discussies met de Europese Commissie.”

Aan de slag

“Kan ik concreet aanwijzen waar mijn invloed zit? Nee. Maar kan ik wel merken dat er iets ‘beweegt’? Ja! De parlementsleden gaan met deze informatie aan de slag, en proberen hun eigen partijen op grond hiervan te overtuigen. Die gaan er vervolgens over stemmen. Ik ben nu pas een maand bezig, maar ik geloof dat dit wel degelijk invloed heeft. Anders zou ik er ook niet naartoe gaan. Het gaat erom dat je de juiste kennis op de juiste plek weet te krijgen.”

‘Echt bewogen mensen’

“Ik merk,” zegt hij, “dat de parlementsleden die ik spreek in Straatsburg en Brussel echt bewogen mensen zijn. Het zijn geen stelletje afstandelijke technocraten, maar mensen zoals jij en ik. Zo spreek ik ze aan, en zo ga ik ook een bak koffie met ze drinken. Dan vraag ik: ‘Wat doet het met je als je dit hoort en ziet?’ Ik denk aan mensen als Bas Belder en Peter van Dalen. Ze vertellen me soms met tranen in hun ogen wat ze horen en zien als het gaat om de situatie in Syrië en Irak, en wat ze daaraan proberen te doen.”

Ver-van-mijn-bed-show

Je hoeft het Ron van der Spoel niet te vertellen: de EU is voor veel mensen een (dure) ver-van-mijn-bed-show. En veel Nederlanders vragen zich vertwijfeld af wat die parlementsleden daar allemaal precies doen. “Maar vanuit Brussel en Straatsburg kun je echt iets betekenen, en het wordt serieus genomen,” reageert hij. “Daarom ben ik blij dat ik daar een poosje mag zijn. Maar het is úiterst bureaucratisch – dat is de andere kant. Het gaat uiterst traag.”

Kwestie van lange adem, dus?
“Ja. De gestage druppel die de steen uitholt. Maar áls er iets gaat bewegen, dan heeft het ook echt effect. Er gaat twee miljard euro per jaar vanuit Europa naar Syrië en Irak! Dus als je daar iets in kunt beïnvloeden, zet dat meteen zoden aan de dijk.”

Wat was je mooiste ervaring tot nu toe?
“Dat was twee weken geleden in Straatsburg, bij de eerste bijeenkomst van het Europees Parlement. Om 08.00 uur zaten, in een hoekje van een restaurant, vijftien parlementariërs uit vijftien verschillende landen met elkaar te bidden, plus wat assistenten. Ik was ook uitgenodigd. Samen baden we voor de stemmingen, voor de landen die deze vijftien parlementariërs – onder wie Peter van Dalen – vertegenwoordigden, en voor elkaar. Dat laatste is zo nodig, want het is lastig om christen te zijn in een Europees Parlement.“

Waarom is het zo lastig?
“Laat ik het zo zeggen: het is niet echt een christelijke sfeer, al zitten er best veel christenen. Het is een enorm hectisch gebeuren. Er zijn 750 parlementariërs en die rennen van hot naar her rondom allerlei thema’s. Om daar als christen op een goede, getuigende manier – ook in je gedrag en in hoe je stemt – iets te kunnen laten zien van Jezus… dat is gewoon heel ingewikkeld.”

Gebedsbeweging voor de EU

“Wat mij het meest heeft geraakt? Ik ben nu vier weken in Brussel en Straatsburg. En elke keer als ik daar ben, denk ik: hier moet veel meer voor gebeden worden. Er moet een gebedsbeweging rondom de EU ontstaan, in alle landen die ermee te maken hebben. Dat gevoel drukt gewoon op me: we moeten er op de een of andere manier voor zorgen dat er een muur van gebed rondom christenen in het Europees Parlement staat. Want zij hebben het daar gewoon echt heel moeilijk.”

Hoe reis je er trouwens heen?
“Met de auto. Ik ben twee dagen per week van huis. Ik vertrek woensdagochtend vroeg, en ben donderdagavond weer thuis. Maandag en dinsdag is gereserveerd voor het gemeenteraadswerk in Amersfoort (voor de CU, red.), woensdag en donderdag voor het Europees Parlement, dus lokaal en internationaal voeg ik samen in een week. Op vrijdag bereid ik de preken voor het weekend voor.”

Niet echt een gemiddelde werkweek voor een predikant!
Lachend: “Nee, maar het zijn allemaal mooie dingen. Ik spreek op conferenties, ik preek een of twee keer per zondag. En één week in de maand – als de meeste parlementariërs in hun land van herkomst zijn – reis ik naar diverse projectlanden van Open Doors, om pastors op te leiden. Ik kom bijvoorbeeld net terug uit Burkina Faso.”

Houd je niet te veel bordjes in de lucht?
“Zolang het allemaal een beetje te combineren blijft, vind ik het prachtig. En als het om de EU gaat: het is me echt opgevallen dat er heel bewogen christenen zijn – en een aantal niet-christenen –, met hart voor de geloofsminderheden in het Midden-Oosten. Mijn hartenkreet is: jongens, bid voor die mensen, die op zo’n moeilijke plek zitten. Dat doe ik zelf hartstochtelijk. En ik hoop dat velen met mij gaan meebidden, zodat er een gebedsbeweging voor de Europese Unie ontstaat.”

Bron: www.eo.nl d.d. 3 februari 2017

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.