Nieuws

Bedrijven moeten investeren, in plaats van negeren

26-08-2024

In de Verenigde Staten zetten presidentskandidaten zich dezer dagen stevig af tegen bedrijven. Die trend was al enige tijd gaande en wordt tijdens de verkiezingscampagne uitvergroot. Zo riep de democratische presidentskandidaat Kamala Harris op om hard in te grijpen bij bedrijven die prijsverhogingen doorvoeren in verband met schaarste van dagelijkse boodschappen (“price gouging”). De perceptie bestaat dat bedrijven staan te popelen dat republikeins presidentskandidaat Donald Trump zijn rentree maakt in het Witte Huis. Dat is niet het geval. Trump nam tijdens zijn eerste termijn weliswaar een aantal bedrijfsvriendelijke beleidsmaatregelen, echter zijn onvoorspelbare en vaak kritische acties ten aanzien van specifieke bedrijven en CEO’s leidt tot zorgen bij bedrijven in de VS. Bovendien heeft de sterker wordende anti-bedrijfsleven houding van andere MAGA-leiders deze zorgen versterkt. Voorstellen tot het opsplitsen van grote bedrijven en het opleggen van stevige belastingverhogingen maken daar deel van uit.

Vergelijkbare trends in Nederland: politiek en bedrijfsleven op gespannen voet

Deze trend is niet exclusief voor de VS. Internationaal en dus ook in Nederland is een vergelijkbare trend zichtbaar waarbij bedrijfsleven en politiek zoeken naar een werkbare onderlinge verhouding. In 2015 sprak de toenmalig VNO-NCW voorzitter publiekelijk zijn ongemak uit over de opkomst van de PVV. Als de PVV zou groeien voorzag hij consequenties voor de buitenlandse handel. Deze uitspraken leidden tot een verkoeling van de relatie tussen beiden. Later praatten de heren dit akkefietje klaarblijkelijk uit maar het beeld bleef lang bestaan en niet alleen VNO-NCW, maar ook de aangesloten bedrijven werden hierop aangesproken.

De trend resulteert in de vraag: hoe ga je als bedrijf en CEO met dergelijk antisentiment van politiek jegens bedrijven om? In de wetenschap dat dit ongemak al een aantal jaren zichtbaar is. Iets wat ooit vanzelfsprekend was – een politicus die regelmatig met een bedrijf of CEO spreekt – is dat al lang niet meer.

Bedrijven moeten reageren, niet afwachten

Tijdens de opkomst van de LPF was voor het eerst dat ik bedrijven en hun leiders de reflex zag maken: negeren. En dat zette zich de jaren erna verder voort, bij politieke partijen op de flanken of bij nieuwe partijen. “We praten niet met die partijen omdat zij vanuit Den Haag toch niets met onze klanten en markt te maken hebben.” Een mijns inziens ongewenste houding. Zeker daar waar politiek antisentiment, maatschappelijke en online tractie krijgt en een partij groeit, kan dit zich snel keren en escaleren. Met een consumentenstaking als ultieme consequentie. Bijvoorbeeld Donald Trump die opriep een warenhuis te boycotten omdat zij de producten van zijn dochter weigerden te verkopen. Of minister Wijers die opriep de benzinepomp van Shell te mijden in verband met een milieukwestie. Negeren is dus geen optie.

Nog steeds spreek ik af en toe met vertegenwoordigers van bedrijven die terughoudendheid betrachten om contact te hebben met bepaalde politieke partijen of politici. Uiteraard respecteer ik dat, maar het heeft wel consequenties voor de invloed of reputatie van de onderneming en ondernemer.

Strategieën om politiek antisentiment te managen

Wat werkt wel om de als precair gepercipieerde omgang tussen bedrijven en politiek te managen? Ik noem hier de drie belangrijkste.

Ten eerste: speel op de bal, niet de persoon. De core-business van Den Haag is beleid. En beleid draait om inhoud, inhoud en inhoud. En niet om het publiekelijk diskwalificeren van de personen die iets vinden. Neem een mening over een persoon dus bij voorkeur niet persoonlijk en reageer daar nooit publiekelijk persoonlijk op. Het VNO-NCW standpunt dat op 16 mei werd gepresenteerd ten aanzien van het hoofdlijnenakkoord van het kabinet is daarvan een actueel voorbeeld. Kritiek en complimenten gaan daarin hand-in-hand. En alles gericht op de inhoud.

Ten tweede: investeer in relaties. De oppositie van nu is de regeringspartij van morgen. Nog los van het feit dat je uit een dialoog met criticasters doorgaans meer haalt dan met gelijkgestemden. Wetend dat een aantal politieke partijen consequent niet ingaat op uitnodigingen, adviseer ik altijd deze gewoon te blijven uitnodigen. Dan kan je met recht zeggen dat de uitgestoken hand van jou meer dan symbolisch is. Daarin is de relatie door de jaren heen tussen bijvoorbeeld de SP en het bedrijfsleven altijd een opvallende. Inhoudelijk waren de verschillen groter dan de overeenkomsten, maar vertegenwoordigers kwamen wel vaak bij bijeenkomsten en bleven daarmee in gesprek met elkaar. Ondanks het feit dat SP’ers dat dan ter plekke altijd als “corveetje” betitelden, ze waren er. Dus dames en heren CEO’s: netwerken is geen vies woord maar net werken. Het hoort bij uw werk!

Ten derde: vermijd belletje lellen gedrag. Het inhoudelijk opbouwen van relaties is alleen zinvol als je dat structureel, systematisch en proactief doet. Dus niet alleen opdagen als er iets dat voor jou of jouw bedrijf van belang op de agenda staat. Ook er zijn op momenten dat het voor de ander belangrijk is of de gespreksgenoot een mooi of moeilijk moment heeft. Kijk daarbij niet alleen wat je zelf van belang vindt, maar juist waar de ander behoefte aan heeft. Dat lijkt een open deur maar ik zie nog steeds veel bedrijven en CEO’s op “standje zenden” staan.

Powell-memo 2.0

Lewis Powell maakte in 1971 een analyse van de toenemende vijandigheid van politici jegens Amerikaanse bedrijven en het vrije ondernemerschap. In dit beroemde ‘Powell-memo’ gaf dit latere lid van het Hooggerechtshof een aantal concrete aanbevelingen aan het bedrijfsleven om proactief op te treden, hun belangen te behartigen en de beleidsagenda te beïnvloeden. Daarbij stelde hij voor dat bedrijven zich meer moesten inzetten voor onder andere publieke opinievorming, politieke lobby, maar ook betrokkenheid bij het onderwijs. De afgelopen decennia vormde deze aanpak een katalysator voor de versterking van de relatie en invloed van het bedrijfsleven op de Amerikaanse politiek. Na de presidentsverkiezingen in de Verenigde Staten is de behoefte naar een Powell-2 advies groot nu de relatie tussen bedrijven en politiek gereset moet worden. Bedrijven en CEO’s in Nederland kunnen daarin inspiratie vinden en structureel, systematisch en proactief te investeren in hun zichtbaarheid in Den Haag.

"Het is essentieel voor een bedrijf om structureel, systematisch en proactief te investeren in Den Haag."

Peter van Keulen

Senior Partner / Oprichter

Public matters

Interesse in onze dienstverlening? Neem contact met ons op.